Toelichting op het Reglement kredietbank Breda 1Algemeen In het Wet op het consumentenkrediet is een aparte afdeling opgenomen met betrekking tot de Gemeentelijke Kredietbanken (GKB's): Hoofdstuk I, afdeling 3. Deze banken behoeven op grond van art. 5 lid 1 WCK geen vergunning te hebben. In art. 5 lid 2 WCK wordt bepaald dat de artt. 33 onder-deel d en 40 niet gelden voor de sociale kredietverlening. In lid 2 sub a en b van art. 5 WCK wordt aangegeven wat onder sociale kredietverlening moet worden verstaan. Hiervan is sprake als de kredietnemer een inkomen heeft dat niet hoger is dan een uitkering op grond van de Algemene Bijstands Wet, of als het krediet gegeven wordt in het kader van een schuldregeling. Vooral het eerste criterium zal veel vraagtekens opleveren. Wanneer is iemands inkomen niet hoger dan de bijstandsnorm? Welke factoren moeten, c.q. mogen hierbij in aanmerking worden genomen, zodat b.v. een salaris dat hoger is, door een aantal correctiefactoren toch weer lager uitvalt dan de bijstandsnorm. Deze vraag is van belang omdat kredietverlening aan iemand met een hoger bruto salaris dan genoemde norm, wel degelijk een sociaal karakter kan hebben. Hierover bestaat geen duidelijkheid. Afgewacht zal daarom moeten worden hoe dit in de praktijk zal gaan functioneren. Het mag duidelijk zijn dat de betekenis van het begrip sociale kredietverlening, zoals dat in de WCK gehanteerd wordt, niet hetzelfde is als de betekenis die de banken er altijd aan hebben gegeven. De WCK hanteert een "getalscriterium" (een grensbedrag voor het inkomen)en een "doelcriterium" (een saneringskrediet is ook een sociaal krediet) De NWK heeft onder sociale kredietverlening altijd die kredietverlening verstaan, waar het belang dat de cliënt heeft bij het verstrekken van het krediet, prevaleert boven het belang van de bank, namelijk zo weinig mogelijk risico lopen bij de kredietverlening. GKB's worden opgericht en opgeheven door besluiten van de Gemeenteraad, na goedkeuring door Gedeputeerde Staten (art. 6 WCK). Art7 WCK bepaalt dat de Gemeenteraad tevens een reglement vast moet stellen voor de werkwijze van de GKB's. In dit reglement moeten onder andere regels opgenomen worden die overeenkomen met de hoofdstukken III en IV van de WCK. Deze hoofdstukken hebben betrekking op de werving, bemiddeling en behandeling van kredietaanvragen (hoofdstuk III) en op de krediettransactie(hoofdstuk IV). Tevens moet in het reglement opgenomen worden dat de GKB aangesloten is bij een stelsel van kredietregistratie. Vervolgens moet dit goedgekeurd worden door Gedeputeerde Staten. In dit verband moet het Model Bankreglement mede geplaatst worden. De NWK stelt dit model op en legt dit voor aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Het Model Bankreglement is er in twee versies: één voor de smal-pakket banken en één voor de breed-pakket banken. De versies komen voor het grootste deel overeen. Daar waar een onderscheid gemaakt wordt tussen sociaal krediet en normaal krediet lopen de versies uiteen. Om vast te kunnen stellen welke van de twee versies men moet hanteren, is het belangrijk te bepalen tot welke categorie banken men behoort. Er is sprake van een Smal-Pakket-Bank indien de bank uitsluitend sociale kredieten verstrekt. Hierbij moet aangesloten worden bij de WCK. Een sociaal krediet is een krediet als bedoeld in art. 5 lid 2 WCK: een krediet dat verleend wordt aan personen die een inkomen hebben dat niet hoger is dan de bijstandsnorm en kredieten die verleend worden in het kader van een schuldregeling. Banken die naast deze sociale kredieten ook nog andere, "normale" kredieten verlenen, moeten als Breed-Pakket-Banken aangemerkt worden. 3. Artikelsgewijze toelichting

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1374