gemeente Breda RAADSVOORSTEL Registratie nr Dienst/afdeling Bij lage 1992 97-V-1ÖÓ10'- SECR/BJZ Geen BETREFT OPENBAARHEID VAN BESTUUR INLEIDING Ter vervanging van de Wet openbaarheid van bestuur (Stb.1978, 581) en het Besluit openbaarheid van bestuur is een nieuwe wet vastgesteld. Deze is op 1 mei 1992 in werking getreden. Op grond van de oude wet was door uw raad, ons college en de burgemeester in 1982 een "Verordening openbaarheid van bestuur Breda" vastgesteld. Bovendien was door ons college een "Instructie behandeling verzoeken om informatie" vastgesteld. Genoemde verordening en instructie zijn in verband met de wetswijziging per 1 mei 1992 van rechtswege komen te vervallen. Dit voorstel strekt tot het opnieuw voor zover nodig stellen van nadere regels ter zake. 1. burgemeester en wethouders te machtigen te beslissen op verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur welke zijn gericht tot de raad; 2. te bepalen, dat burgemeester en wethouders elk verzoek als bedoeld onder 1. en het daarover door hen krachtens de voormelde machtiging genomen besluit, ter kennis brengen van de raad. MOTIVERING/TOELICHTING De inhoudelijke wijzigingen welke voor de gemeente van belang zijn, zijn door de V.N.G. in haar circulaire van 15 april 1992 uiteengezet. De V.N.G. is van mening, dat deze wijzigingen zodanig zijn, dat er geen behoefte meer bestaat aan aanvullende regels. Zij beveelt wel aan dat de raad een machtiging aan het college verstrekt om verzoeken om informatie welke zijn gericht aan de raad af te handelen. Wij kunnen met dit standpunt instemmen. Vrijwel alle onderwerpen welke in de oude verordening waren geregeld zijn thans in de nieuwe wet geregeld. Over de onderwerpen welke niet geregeld zijn, merken wij het volgende op: De bescherming van de privacy van derden (art. 10) behoeft niet meer te worden geregeld vanwege de inwerkingtreding van de Wet persoonsregistra ties en het vervallen van de Privacyverordening 1986. Door de nieuwe wet wordt niet voorzien in de bevoegdheid voor ons college om te beslissen op verzoeken om openbaarheid welke zijn gericht tot uw raad (art. 8). Wij achten het uit praktische overwegingen (op verzoeken om informatie moet worden beslist binnen 15 dagen) gewenst, dat u hiertoe een machtiging aan ons college verstrekt. Door de nieuwe wet wordt ook niet voorzien in de aktieve openbaarmaking van vergaderstukken (art. 16). Wij stellen voorop, dat het beleid op dit punt zal worden gecontinueerd. Wij achten het echter op dit moment nog niet nodig dat hieromtrent nadere regelgeving plaatsvindt. Dit aspect van de openheid en openbaarheid van het gemeentelijk functioneren willen wij betrekken bij de nadere uitwerking van de Notitie "Wat bedoelt U met voorlichting, inspraak en participatie?". Ter vervanging van art. 7 en de daarop gebaseerde instructie hebben wij een mandaat verstrekt aan ambtenaren voor het beslissen op verzoeken om informatie gericht aan ons college. Dit mandaat ligt ter inzage.*) VOORSTEL

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1388