5
w Het lozen van afvalwater met amalgaamresten is verboden, tenzij
wordt voldaan aan het gestelde in het op 23 februari 1991
gesloten convenant tussen de Minister van Verkeer en Waterstaat
en de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der tandheelkunde,
alsmede de VNG, de Unie van Waterschappen en het Interprovinciaal
Overleg;
x Afgewerkte fotografische vloeistoffen mogen niet worden geloosd.
3 De voorzieningen zijn de volgende:
Voorzieningen I Eén of meer doelmatig werkende afscheiders voor lichte, niet met
water mengbare minerale vloeistoffen met bijbehorende
slibafscheiderseen en ander gedimensioneerd en geïnstalleerd
conform NEN 7089.
II Rondom de afleverpompen voor motorbrandstoffen dient een verhard
oppervlak zodanig te worden begrensd dat hemelwater, dat met
motorbrandstoffen verontreinigd kan zijn, binnen dat oppervlak
blijft, terwijl hemelwater dat buiten dat oppervlak valt niet
daarbinnen terecht kan komen.
Hemelwater afkomstig van het begrensde oppervlak dient vóór de
lozing de onder I genoemde voorzieningen te doorlopen.
III Eén of meer doelmatig werkende afscheiders voor plantaardige en
dierlijke oliën en vetten met bijbehorende slibafscheiders),
welke moet voldoen aan NEN 7089.
IV Eén of meer doelmatig werkende slibvangers met voldoende
capaciteit voor bezinkbare vaste stoffen conform NEN 7087 en NEN
7089.
V Eén of meer zeven of roosters met een maaswijdte
onderscheidenlijk staafafstand kleiner dan 7 mm.
VI Eén of meer doelmatig werkende afscheiders voor plantaardige en
dierlijke oliën en vetten conform NEN 7087.
4 De wijzen van gebruik zijn de volgende:
Wijzen van A Voor de toepassing van deze voorschriften wordt onder "afval"wa-
gebruik ter" niet begrepen: sanitairwater en niet-verontreinigd hemel- en
koelwater;
deze mogen niet door de voorziening(en) worden geleid. De
voorziening(en) moet(en)voortdurend in goede bedrijfsvaardige
staat verkeren; met het oog hierop dient onder meer regelmatig
verwijdering van de in de voorziening(en) teruggehouden stoffen
plaats te vinden.
Een en ander dient te worden bedreven en onderhouden
overeenkomstig NEN 7087 en de daarbij behorende toelichting.
B De afscheiders en slibafscheiders dienen te allen tijde voor
controle bereikbaar te zijn en te kunnen worden geopend.
C Alvorens de afscheidingsinstallaties -na onderhoud- weer in
bedrijf worden gesteld, dienen deze gevuld te worden met schoon
water, totdat dit door de uitlaat naar het riool stroomt.