17 Een besluit tot intrekking of wijziging van een vergunning is met redenen omkleed en wordt niet eerder genomen dan nadat de houder van de vergunning en de waterbeheerder in de gelegenheid zijn gesteld binnen een door burgemeester en wethouders te stellen termijn hun oordeel kenbaar te maken omtrent het voornemen tot het nemen van dit besluit. Het in het tweede lid bepaalde blijft buiten toepassing in spoedeisende gevallen. Artikel 14 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 21 Opleggen nadere voorschriften Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften als als bedoeld in artikel 5, lid 1 en artikel 8, zesde lid al dan niet voor een bepaalde termijn schriftelijk opleggen. Burgemeester en wethouders kunnen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, nadere voorschriften niet eerder opleggen dan nadat degene aan wie deze voorschriften zullen worden opgelegd in de gelegenheid is gesteld binnen een door burgemeester en wethouders te stellen termijn zijn oordeel hierover kenbaar te maken. Het bepaalde in de artikelen 14, 15, 18 en 20 is op nadere voorschriften van overeenkomstige toepassing. Artikel 22 Termijnen Met betrekking tot de in deze verordening genoemde termijnen is het bepaalde in de Algemene Termijnenwet van overeenkomstige toepassing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1473