20
Artikel 29
Het nemen van De in artikel 26 en 27 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd de lozing
monsters van afvalwater in de riolering te meten, alsmede monsters daarvan te
nemen, een en ander voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling
van hun taak nodig is.
De resultaten van de metingen, alsmede de uitslag van het onderzoek
van de monsters worden ten spoedigste ter kennis van de betrokken
lozers gebracht.
Artikel 30
Inwerking
treding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de
maand, volgende op die waarin de openbare bekendmaking van de
verordening heeft plaatsgevonden.
Op dat tijdstip vervalt de Lozingsverordening riolering Breda
vastgesteld bij raadsbesluit van 22 januari 1981 met inbegrip
van latere besluiten tot wijziging van de verordening.
Artikel 31
Overgangs
bepaling
Vergunningen en ontheffingen, verleend krachtens de Lozingsver-
verordening riolering Breda van 1981 blijven -voorzover het
gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking
heeft, ook vervat is in deze verordening en voorzover zij niet
eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding
van deze verordening onverminderd van kracht.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de
Lozingsverordening riolering van 1981 blijven, voorzover de
bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen
zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voorzover
ze niet eerder zijn vervallen of ingetrokken, na de inwerking
treding van deze verordening onverminderd van kracht.
Degene als bedoeld in artikel 3, lid 1 van deze verordening is
vrijgesteld van de in lid 1 en lid 2 van dat artikel vervatte
verplichting tot schriftelijke kennisgeving, voor zover voor de
onderwerpelijke lozingen vergunning of ontheffing is verleend
krachtens de Lozingsverordening riolering Breda van 1981, danwel
de lozing vanuit het bedrijf of de instelling onder het Besluit
"Nadere regels met betrekking tot het lozen op de gemeentelijke
riolering" viel en het bedrijf of de instelling in dit kader
bepaalde gegevens bij burgemeester en wethouders heeft
ingediend.
Het bepaalde in het eerste, tweede en/of derde lid is niet van
toepassing indien, na het inwerking treden van de
"Lozingsverordening riolering Breda 1992", een wijziging is
opgetreden in de samenstelling, eigenschappen en/of hoeveelheid
van de te lozen afvalstoffen.