21
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze
verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing -hoe
ook genaamd- op grond van de Lozingsverordening riolering Breda
1981 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van
deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt
daarop de overeenkomstige bepaling van deze verordening toege
past.
Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een
vergunning, ontheffing, voorschrift of beperking, bedoeld in het
eerste of tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in
artikel 30 eerste lid, is ingekomen binnen de hiervoor geldende
beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de
Lozingsverordening riolering Breda van 1981.
De vergunning, ontheffing, de voorschriften of de beperkingen,
bedoeld in het eerste of tweede lid blijven van kracht totdat
onherroepelijk is beslist op een beroep- of bezwaarschrift,
bedoeld in het zesde lid.
De besluiten van burgemeester en wethouders betreffende de
aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren op grond van artikel
27 van de Lozingsverordening riolering Breda van 1981 blijven
na inwerkingtreding van deze verordening onverminderd van
kracht.
Artikel 32
Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel
"Lozingsverordening riolering Breda 1992."