RAADSVOORSTEL vervolg
De huidige grens tussen rioolrecht-A en rioolrecht-B (1.000 m3) is gehand
haafd, hetgeen tot niet meer aangiften leidt dan op dit moment worden
behandeld. De tariefschijven binnen het huidige rioolrecht-A (1-200, 201—
600, en 601-1000 m3) zijn verdwenen. Daarvoor zijn twee tariefschijven in
de plaats gekomen: 1-500 en 501-1000 m3. De eerste schijf ziet met name op
woningen. In principe betalen alle huishoudens alsdan eenzelfde bedrag. De
bedrijven, welke water slechts voor sanitaire doeleinden gebruiken zullen
ook binnen deze schijf vallen. Boven de 500m3 is in het algemeen sprake van
bedrijven. In aansluiting op de huidige tariefstructuur kunnen op de
categoriën tot 1.000 m3 forfaitaire tarieven worden toegepast, zodat in de
aangiftepraktijk niets wijzigt. De tarieven zijn gebaseerd op de tarieven
1992, verhoogd met 4,9% en afgerond naar boven op een door 12 deelbaar
bedrag.
Voor de belastingplichtigen met een waterinname hoger dan 1.000 m3 is een
extra tariefschijf ingevoerd. Gebleken is dat van de 420 bedrijven (uit het
huidige rioolrecht-B) die totaal 4.560.000 m3 water innemen, 14 bedrijven
2.700.000 m3 voor hun rekening nemen. Gelet op deze cijfers is een diffe
rentiatie in vergelijking tot het oude rioolrecht-B gerechtvaardigd, waar
reeds als motief voor de toenmalige tariefstructuur de zogenaamde kwantum
korting gold. Het tarief voor de schijf van 1.001-10.000 m3 dient aan te
sluiten bij het tarief voor 501-1.000 m3, te weten 150,00 hetgeen bij de
maximale waterinname van 1.000 m3 ook 0,15 per m3 betekent. Het tarief
voor de schijf >10.000 m3 is gebaseerd op het tarief 1992 verhoogd met 4,9%
en afgerond naar boven. De tariefstructuur wordt dan als volgt:
1 - 500 m3 93,00 forfaitair tarief
501 - 1.000 m3 150,00 forfaitair tarief
1.001 - 10.000 m3 0,15 per m3
10.001 m3 en meer 0,14 per m3.
De belastingdrukverschuivingen beperken zich in hoofdzaak tot de navolgen
de:
de belastingplichtigen binnen de huidige schijf 200-600, die minder dan 500
m3 water innemen gaan 24,00 pet* vastgoedobject minder betalen (totaal
90.000,00). Dit bedrag verschuift voor het grootste deel naar de bedrij
ven in de tariefschijf 1.001-10.000 m3 en voor een gering gedeelte naar die
belastingplichtigen, die tussen 500 en 600 m3 water innemen. In nominale
bedragen zijn de verschuivingen van geringe betekenis (bv voor een bedrijf
met een waterinname van 10.000 m3 bedraagt het verschil ten opzichte van
het niet creëren van een extra schijf 100,00).
Bij het raadsvoorstel treft u een aantal bijlagen aan, waarin een eventuele
rentederving wordt berekend (bijlage I), uitgaande van de maand mei als
aanslagmaand en uitgaande van een betaalgedrag zoals zich dit globaal bij
andere heffingen en andere gemeenten voordoet. Tevens zijn een aantal
rekenvoorbeelden op rij gezet, waarbij aanslagbedragen van 1992, 1992
4,9% en het voorgestelde tarief worden vergeleken: bijlage II. Tenslotte is
bijlage III bijgevoegd ter vergelijking met tarieven in andere gemeenten,
waarbij aangetekend dient te worden dat vergeleken wordt met tarieven 1992
(voorstellen 1993 niet bekend).
CONSEQUENTIES
FINANCIEEL
Geen. Overheveling vindt budgettair-neutraal plaats. Bij de berekening van
de tariefstructuur is de geraamde opbrengst (100% kostendekking) als
uitgangspunt genomen.
JURIDISCH
Het bestaande contract met de PNEM dient te worden opgezegd.
- 2 -