veelheid ingekocht en opgepompt water. Uiteraard zijn er situ
aties waarin niet alle ingekochte of opgepompte hoeveelheden
water worden geloosd, maar waarbij verwerking plaatsvindt in
bijvoorbeeld producten of stoom. In het vierde lid wordt op
deze situaties ingespeeld.
Artikel 5
Van toepassing is een schijventarief met voor de eerste twee
schijven forfaitaire tarieven, en voor de volgende schijven
een bedrag per m3 afvalwater. In feite wordt hiermee het voor
heen geldende onderscheid tussen het zogenaamde rioolrecht-A
en rioolrecht-B via de tariefopbouw voortgezet.
Artikel 7
In verband met de overgang van het nutsbedrijf naar de gemeen
te van de heffing en invordering van het rioolrecht (-A) kan
worden volstaan met één heffingstechniek: bij wege van aan
slag. De aanslagen rioolrecht kunnen aldus worden gecombineerd
met de aanslagen onroerend-goedbelastingen en hondenbelasting.
Daar waar eerst in de loop van het belastingjaar duidelijk
wordt wat de omvang van de belastingplicht is, hetgeen met
name bij die belastingplichtigen zal voorkomen, die een hoe
veelheid afvalwater lozen welke groter is dan 1.000 m3 en die
via aangifte die hoeveelheid dienen op te geven, kunnen voor
lopige aanslagen worden opgelegd.
Artikel 8
Het gestelde onder artikel 7 betekent
termijnen van betaling dient te worden
verordening onroerend-goedbelastingen
Het combineren van aanslagen vereist g
nen
Artikel 11
Ten behoeve van het combineren van aanslagen van diverse hef
fingen is in dit artikel het ontstaan van de belastingschuld
gelegd aan het begin van het belastingjaar. Uiteraard ontstaat
in die gevallen dat iemand zich eerst in de loop van het be
lastingjaar vestigt in Breda, de belastingplicht pas op het
moment van vestiging. Aangezien sprake is van een tijdvakhef
fing, is in dit artikel tevens de ontheffingsbepaling opgeno
men welke van toepassing is bij beëindiging van de belasting
plicht voor het einde van het belastingjaar.
Artikel 12
Hoewel de modelverordening geen vrijstelling kent, is de be
staande vrijstelling ten aanzien van kerken en andere eigen
dommen, welke bestemd zijn voor de openbare eredienst, in de
nieuwe verordening overgenomen. Deze vrijstelling is gelijk
aan die in de verordening onroerend-goedbelastingen
tevens dat het aantal
aangepast aan die in de
en hondenbelasting,
elijke betalingstermij-