voor de nieuwbouw van de schouwburg op de lokatie Klooster kazerne-Stadskantoor, in aanvulling op het reeds beschikbaar gestelde voorbereidingskrediet van 1.500.000,thans een krediet te voteren van 49.500.000, voor de dekking van het totale benodigde krediet ad 51.000.000,in te zetten: a. de per 31 december 1994 opgebouwde reserve "nieuwbouw schouwburg" b. 1.000.000,van de verkoopopbrengst van de Kloosterka zerne; c. in aanvulling op het reeds aan de schouwburg toegewezen budget 1. de gereserveerde middelen van het in 1990 via het inves teringsplan toegewezen investeringsvolume (f 4.750.000,waarvan nog beschikbaar 4.150.000, ten bedrage van 452.350, 2de gereserveerde middelen van een deel ter grootte van 7.750.000,van de in de Kadernota 1992 gecreëerde investeringsruimte voor cultuurprojecten van in totaal 25.000.000,ten bedrage van 1.049.950, het netto-investeringsbedrag te activeren en annuïtair af te schrijven; de begindatum van de afschrijving te bepalen op 1 januari 1995 en daarbij de volgende afschrijvingstermijnen aan te houden: 75 qaar 50 jaar 20 jaar 20 jaar 10 jaar grondkosten bouwkosten c.a. technische installaties c.a. theatertechniek deels theatertechniek deels 6. in verband met het bepaalde sub 2 en sub 3 de begrotingen van de schouwburg en van het concern, beide voor het dienstjaar 1992, te wijzigen volgens de daartoe strekkende besluiten; 7. burgemeester en wethouders te machtigen, gehoord de raadscom missie Ad Hoe Schouwburg, opdrachten te verstrekken aan archi tectenbureau H. Hertzberger B.V. (de heer H. Hertzberger)AGS Projektmanagement B.V. (de heer L. van Meer) en de overige ad viseurs; 8. burgemeester en wethouders te machtigen, gehoord de raadscom missie Ad Hoe Schouwburg, de organisatiestructuur van het ver volgproces vast te stellen. Het hiervoor geformuleerde voorstel is gebaseerd op de hierna sa mengevatte resultaten van de verschillende onderzoeken, die zijn verricht. Uitgangspunt is het raadsbesluit van 19 december 1991 met betrekking tot het Programma van Eisen en de daarbij beho rende exploitatieopzet geweest. In eerste instantie zal worden ingegaan op de exploitatieopzet in verband met de resultaten van het consumentenonderzoek en de ri sico-analyse van de exploitatieopzet door Berenschot en - in aan sluiting op de resultaten daarvan - op het onderzoek ter beant woording van de vraag, of een aanpassing van het tot dan toe ge hanteerde ontwerp tot vermindering van risico's c.q. verlaging van investeringskosten zou kunnen leiden. MOTIVERING/TOELICHTING - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1494