schot - de gemeentelijke randvoorwaarden nader geëxpliciteerd in
de notitie "Nadere uitwerking gemeentelijke randvoorwaarden en
uitgangspunten PPP-constructie ten aanzien van de exploitatie
schouwburg en Kloosterkazerne11 d.d. 24 augustus 1992.*
Op basis daarvan zijn verdere contacten gelegd met de potentiële
gegadigden met als uitgangspunten:
De gemeente geeft prioriteit aan het uitbesteden van de
volgende functies:
- management en verzorging congressen in de schouwburg
- verzorging "droge" horeca in de foyers in de schouwburg (ca
tering rond voorstellingen, evenementen en congressen)
Het uitbesteden van de volgende functies is optioneel:
- de exploitatie van het Grand Café
- de verzorging van de terrasfunctie.
Voorts is een aantal andere functies in de gesprekken betrokken.
Onzerzijds is daarbij gesteld, dat wij bij de uiteindelijke be
sluitvorming alle argumenten pro en contra uitdrukkelijk willen
wegen. Het gaat dan om de volgende functies:
- management en verzorging niet-artistieke programmering (fees
ten, evenementen, carnaval, e.d.)
- verzorging (voorstellingsgebonden) "natte" horeca in de
schouwburg
Op basis van de reacties van de potentiële PPP-gegadigden heeft
Berenschot in de "Rapportering inzake een PPP-constructie ten
aanzien van de exploitatie Schouwburg en Kloosterkazerne" d.d. 30
september 1992 vertrouwelijk) haar bevindingen aan ons college
voorgelegd.
Berenschot constateert, dat de aanbiedingen van de PPP-gegadigden
voor de exploitatie van schouwburgfaciliteiten achterblijven bij
de gemeentelijke propositie.
Wij merken hierbij het volgende op.
In de gemeentelijke randvoorwaarden en uitgangspunten is een aan
tal elementen ingebracht, die ook in de exploitatieopzetbeho
rende bij de nieuwbouw schouwburg, zijn opgenomen. Het gaat dan
om de exploitatie van het Grand Café en de verzorging van de ter
rasfunctie, alsmede het management en de verzorging van niet-ar-
tistieke programmering en de verzorging van de (voorstellingsge
bonden) "natte" horeca in de schouwburg. Bij het raadsbesluit van
19 december jl. was het uitgangspunt, dat deze elementen direct
bij de schouwburgactiviteiten dienen te behoren.
Niettemin heeft ons college besloten deze alsnog in de gemeente
lijke propositie te betrekken om te bezien, of partners mogelijk
een zodanig bod zouden willen uitbrengen, dat het risico voor de
gemeente kan worden weggenomen.
Daarbij dient wel te worden opgemerkt, dat de opbrengsten van de
genoemde vier elementen in de exploitatieopzet laag zijn geraamd.
Dit wordt veroorzaakt door:
- de lage raming van de omzet van het Grand Café 1.000.000,
in vergelijking met andere theatercafé1s in den lande;
- de lage gemiddelde horecabesteding per bezoeker, die in de ex
- 7 -