veranderingen, en voor nieuwe doelgroepen. Reeds lang werd geconstateerd, dat de huidige accomodatie daartoe onvoldoende mogelijkheden biedt. Eerder in dit voorstel zijn wij ingegaan op het ontwerp van de architect in relatie tot de ontwikkelingen in de binnenstad, en met name ook ten opzichte van het Chasséterrein. In samenhang met de Kloosterkazerne is naar onze mening de nieuwe schouwburg een goede bijdrage aan het cultureel en toeristisch recreatief pro fiel van Breda. Ook in het werkgelegenheidsklimaat in Breda kan de aanwezigheid van een nieuwe schouwburg een bijdrage leveren. Het gaat dan niet alleen om de directe werkgelegenheid bij de bouw en exploitatie van deze voorziening, maar meer nog om de wervende waarde, die van een schouwburg uitgaat op bedrijven, die een vestiging in Breda overwegen. Een goed cultureel voorzieningeniveau speelt daarin een belangrijke rol. Ook zijn er uit werkgelegenheidsoogpunt positieve economische ef fecten te verwachten, omdat mensen niet alleen naar de Bredase schouwburg komen, maar er een "dagje-uit" van maken. SAMENVATTENDE CONCLUSIE. In de voorgaande maanden is er uitvoerig gediscussieerd over de risico's, die de bouw van een nieuwe schouwburg met zich brengt. Ons college is de mening toegedaan, dat met name met de resulta ten van het consumentenonderzoek en het gevolg geven aan bemer kingen van Berenschot met betrekking tot de exploitatieopzet een stevig fundament is gelegd voor de exploitatie van een schouwburg op basis van een concept, dat aansluit bij de hiervoor gegeven overwegingen Voorts concludeert ons college, dat de realisering van een nieuwe schouwburg past binnen het door Uw raad op 19 december 1991 vast gestelde kader. De PvdA-wethouders hebben in eerdere instantie hun principiële voorkeur uitgesproken voor een sobere variant van de stadsschouw burg. Echter, uitvoering gevende aan de uitspraak van de raad van 19 december 1991, ondersteunen zij de in dit voorstel aan Uw raad voorgelegde uitwerking. DE PLANNING. In ons voorstel, dat leidde tot Uw besluit van 19 december 1991, is vermeld, dat van provinciale zijde positief is gereageerd op de uitgangspunten en visie met betrekking tot de invulling van het terrein van de Chassékazerne, alsmede op de situering van de schouwburg daarin. Bij de verdere uitwerking zijn medewerkers van de provincie geïn formeerd en betrokken geweest. Van die zijde is aangegeven, dat een artikel 19 procedure op ba sis van het vastgestelde structuurplan voor de binnenstad mo gelijk is. Gelet op de positieve medewerking van de provincie terzake, is ons college van mening, dat de artikel 19 procedure ook in het onderhavige geval kan worden gevolgd. Externe ontwikkelingen, met name ingeval bezwaren bij de Arob-rechter worden ingediend, kun- - 12 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1504