nen evenwel tot vertraging leiden. Om in dat geval een mogelijke vertraging te voorkomen, heeft ons college besloten om tevens de de bestemmingsplanprocedure te starten voor de lokatie van de schouwburg en de directe omgeving, een en ander passend binnen en aansluitend op het vastgestelde structuurplan binnenstad. Op 15 juli 1992 heeft Uw raad reeds een voorbereidingsbesluit ge nomen voor een gebied, waarvan het terrein van de nieuw te bouwen schouwburg onderdeel uitmaakt. CONSEQUENTIES. Financieel In het raadsbesluit van 19 december 1991 was sprake van een totale investering van 57,8 min. Hierbij werd al aangegeven, dat met betrek king tot de investering in theatertechniek door hergebruik van bestaand materiaal én inpassing van een deel, i.e. het in verband met de nieuwbouw uitgestelde deel, van de investeringen in de investeringsplannen 1993 en 1994, de investering zou kunnen worden verlaagd met 4,6 min. Daarenboven kan de investering als gevolg van de recente wijziging van het zalencon- cept nog eens worden verlaagd met 2,2 min. De totale investering in de nieuwbouw komt daarmee uit op een bedrag van 51,0 min. Bij voornoemd raadsbesluit is op deze investering reeds een voor bereidingskrediet (voorbereiding t/m het Definitief Ontwerp) be schikbaar gesteld van 1,5 min.. Thans wordt Uw raad daarom voorgesteld in aanvulling hierop een krediet te voteren van 49,5 min.. De totale investering wordt eerst met ingang van 1995 in dekking genomen. In het berekende bedrag van 51 min. is dan ook reke ning gehouden met loon- en prijsstijgingen én met renteverliezen tijdens de bouw. Tot aan de opening van de nieuwe schouwburg, aanvang 1995, wordt een reserve nieuwbouw opgebouwd. Deze reserve wordt met name ge voed met bijdragen van sponsors en vrijvallende kapitaallasten van voor de nieuwbouw gereserveerde investeringscapaciteit. In clusief de rentebaten zal aldus per ultimo 1994 een reserve aan wezig zijn van naar raming ca. 11,5 min.. Dat bedrag zal dan worden ingezet om een deel van de investeringen ineens af te boe ken. Ook (een deel van) de verkoopopbrengst van de Kloosterkazerne tot een bedrag van 1 min. wordt ingevolge het meergenoemde raads besluit voor afschrijving ineens ingezet. In totaal wordt dus per ultimo 1994 ineens een bedrag van 12,5 min. van de investering afgeschreven. De restant investering wordt op annuïtaire basis afgeschreven. - 13 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1505