neming van werk; b. aan- en verkoop van roerende zaken; c. huur en verhuur dan wel het op andere wij ze in gebruik nemen of geven van roerende of onroerende zaken; een en ander, mits de uit dergelijke beslui ten voor de gemeente Breda voortvloeiende fi nanciële lasten zijn gedekt middels een in een goedgekeurde gemeentelijke begroting op genomen budget. 3. De commissie heeft voorts de bevoegdheid tot: a. het beoordelen en beslissen of vanwege de gemeente Breda een rechtsgeding zal wor den gevoerd als bedoeld in artikel 177, eerste lid van de gemeentewet; b. het nemen van alle conservatoire maatrege len, zowel in als buiten rechte, en het doen van al wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht en be zit, een en ander als bedoeld in artikel 2 09, onder r., van de gemeentewet. 4. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, kunnen door de commissie slechts worden uitgeoefend binnen het kader van de in artikel 2, onder a., omschreven taakstelling. mandaat 5. De commissie kan ten aanzien van door haar nader aan te geven bevoegdheden, behorend tot de aan de commissie toegekende bevoegdheden doch met uitzondering van de aan de commissie toegekende bevoegdheden van de raad, bepalen dat deze, namens haar en onder haar verant woordelijkheid en met inachtneming van door haar te stellen regels, worden uitgevoerd door het dagelijks bestuur, de voorzitter, de directeur van de dienst welzijn of de direc teuren van scholen. Artikel 4 adviesfunctie 1. Ter uitvoering van de in artikel 2, onder b. gegeven taakstelling kan de commissie hetzij op verzoek van burgemeester en wethouders, hetzij uit eigener beweging, advies uitbren gen. 2Alvorens burgemeester en wethouders terzake van het in artikel 2 bedoelde gemeentelijk zorgterrein besluiten nemen dan wel voorstel len doen aan de raad, stellen zij de commis sie in de gelegenheid om advies uit te bren gen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1524