- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 257
De evaluatie van het project wijst uit dat de in 1988 gekozen benadering in
essentie de goede was. Het probleem vraagt om een gelijktijdige inzet van
verschillende instrumenten: communicatie, het aanbieden van voorzieningen,
regelgeving en handhaving. Het heeft echter de nodige tijd gekost om deze
instrumenten vorm te geven. De praktijk bleek weerbarstig. Aanvankelijk
gekozen benaderingen, modellen en methoden moesten worden bijgesteld en
aangevuld om werkelijk effectief te zijn. Met name is een goed onderhoud
van eenmaal aangelegde voorzieningen van groot belang gebleken. Aan een
adequate regelgeving en bijbehorende sanctiemogelijkheden heeft het
ontbroken. De organisatorische en personele condities moesten gewijzigd.
Er was kortom alle reden om aan deze evaluatie een plan van aanpak te
koppelen waarmee de uitvoering van het project in de komende jaren zowel
beleidsmatig als instrumenteel goed wordt ingekaderd. Daarmee wordt de
experimentele fase, waarin het project tot nu toe steeds heeft verkeerd,
afgesloten
Gezien de opgedane ervaringen hebben wij het vertrouwen dat het project
binnen het nu voorgestelde kader op een goede wijze kan worden afgerond.
Ter toelichting op het hiervoor weergegeven voorstel, merken wij het
volgende op
Bij het gememoreerde raadsbesluit tot verhoging van de hondenbelasting
(najaar 1990) is tevens besloten de hondepenning in te voeren. Daaraan is
inmiddels uitvoering gegeven. De draagplicht van de penning wordt geregeld
in de bij dit voorstel gevoegde wijziging van de Algemene Politieverorde
ning 1978.
Het is in het kader van een goede handhaving van belang dat de registratie
van de hondepenningen spoort met de registratie van de hondenbelasting,
welke gevoerd wordt ter uitvoering van de Verordening hondenbelasting.
Dit vraagt om aanvullende reglementering door ons college in het kader van
de wetgeving persoonsregistraties. Het Reglement persoonsregistratie
hondepenningen is intussen door ons college vastgesteld. Verder is het in
verband hiermee noodzakelijk dat uw Raad ontheffing verleent van het
wettelijk verbod (ingevolge artikel 67 van de Wet inzake de Rijksbelastin
gen welke gelet op artikel 281 gemeentewet naar analogie van toepassing is
op de lokale belastingen) om gegevens die in het kader van - in dit geval -
de hondenbelasting worden verzameld, verder bekend te maken dan voor
uitvoering van de Verordening hondenbelasting nodig is.
In de bijgevoegde evaluatienota/plan van aanpak wordt aangegeven op welke
wijze in de gesignaleerde knelpunten zal worden voorzien. Voor de goede
orde volgt hieronder een weergave van de gezamenlijke voorstellen.
1. Uitgangspunt vasthouden, maar uitvoering beter inkaderen
Het uitgangspunt voor het hondenproject, nlwerken aan gedrags- en
mentaliteitsverandering door een samenhangend geheel van maatregelen, lijkt
goed gekozen. De kans van slagen daarbij zal echter worden vergroot als de
uitvoering van het hondenproject op het punt van beheer en voorlichting
nadrukkelijker gekoppeld wordt aan de dagelijkse uitvoeringspraktijk (o.a.
voorlichting, buurtbeheer) en met name ook aan andere projecten uit het
gemeentelijk milieubeleidsplan (m.n. wijkmilieuplan, persoonlijk milieu
plan)
2. Meer aandacht voor onderhoud, regelgeving en handhaving
De aanpak via de instrumentenmix (de combinatie van voorlichting, overleg,
inspraak, aanleg/aanwijzing van voorzieningen, regelgeving en handhaving)