RAADSVOORSTEL vervolg /257
vraagt om continuering en tevens om bijstelling in die zin dat meer
aandacht zal worden gegeven aan het onderhoud van de uitlaatplaatsen (HUP)
een goede regelgeving en een geloofwaardige handhaving.
3Maatwerk leveren
1. De aanpak op buurt- en wijkniveau moet worden gedifferentieerd. Per wijk
of buurt moet de mate waarin het probleem aanwezig blijkt, doorwerken in de
aard van de te kiezen oplossing. Bij die keuze en in de wijze waarop een
oplossing wordt aangedragen c.q. in stand wordt gehouden, moet rekening
worden gehouden met de sociale structuur en de fysieke mogelijkheden.
2Het uitgangspunt dat een uitlaatplaats (HUP) in het groen moet worden
aangelegd, wordt verlaten. Ook alternatieven zullen in beeld komen.
Nagegaan zal worden of er geschikte middelen zijn die het gebruik van de
eigen tuin kunnen stimuleren.
3. Op beperkte schaal zullen op plaatsen in hét stedelijk gebied waar een
uitlaatplaats in het openbaar groen redelijkerwijs geen uitkomst kan
bieden, delen van de straatgoot kunnen worden aangewezen als 1uitlaatgoot
4. Een verbod voor honden in bepaalde gebieden anders dan vijvers, kinder
speelplaatsen, zandbakken, speelweiden e.d. wordt vooralsnog niet overwo
gen.
4. Uitgangspunten voor uitlaatplaatsen
De gehanteerde uitgangspunten bij aanleg en onderhoud van uitlaatplaatsen
worden als volgt bijgesteld.
Er wordt rekening gehouden met de volgende categorieën voorzieningen:
- uitlaatplaatsen
- losloopterreinen
- gedoogzones
- uitlaatroutes
- uitlaatgoten
Uitlaatplaatsen komen bij voorkeur in het groen maar als openbaar groen
geen uitkomst biedt, ook op verharding. De uitlaatgoot wordt goed onderhou
den (minstens 1* per week) en alleen toegepast in gebieden met het gemengde
rioolstelsel
In principe kent elk park een uitlaatplaats.
5Randvoorwaarden voor uitlaatplaatsen
Bij ontwerp/aanleg van de HUP's wordt rekening gehouden met de volgende
randvoorwaarden
Sociaal- en verkeersveilig te bereiken.
De minimale afstand tussen de erfscheiding en uitlaatplaats is 10 m en
een uitlaatplaats grenst niet direct aan een tuin.
Een natuurlijke en gestandaardiseerde inrichting, waarbij zo min mogelijk
visuele vervuiling optreedt.
In relatie met andere functies in het openbaar groen heeft 'spelen' de
hoogste prioriteit. Bij uitzondering ligt een uitlaatplaats direct naast
'een trapveld en dan alleen als de uitlaatplaats goed afgebakend is.
Een uitlaatplaats moet 's avonds goed verlicht zijn.
Bij de bepaling van de afstand van woning tot uitlaatplaats geldt als
richtlijn een afstand van gemiddeld 200 m. Hiervan kan worden afgeweken op
grond van wijkspecifieke omstandigheden.
Geen uitlaatplaats dicht bij gemeenschapsvoorzieningen als scholen,
buurthuizen, kerkgebouwen e.d. of een aanlooproute daarvan.