Hoofdstuk 3 De aanvraag, het buiten behandeling laten, de weigering Artikel 9 1. Burgemeester en wethouders stellen een formulier vast voor het aanvragen van de identiteitskaart en het vaststellen van de identiteit van de aanvrager. Met het formulier dienen twee dezelfde, recente en goed gelij kende zwart-wit pasfoto's van de aanvrager te worden ingeleverd. 2. Het formulier biedt ten minste ruimte voor de dagtekening, de onderteke ning door de aanvrager, de afdoeningshandelingen en de datum van verstrek king en uitreiking, het invullen van de in artikel 6, eerste lid, en artikel 7, eerste lid, genoemde gegevens en voor het aanhechten van één van de pasfoto's van de aanvrager. 3. De pasfoto's zijn schuin van voren genomen, zodanig dat de afbeelding voor ongeveer 3/4 gedeelte de ene en voor ongeveer 1/4 gedeelte de andere gelaatshelft weergeeft. De grootte van de foto dient 3 bij 4 cm te zijn. De breedte van het hoofd dient ongeveer 2 cm van de afbeelding in beslag te nemen. Beide ogen dienen zichtbaar te zijn, eventueel achter een bril met doorschijnende glazen. Het dragen van een donkere bril op de foto's is niet toegestaan, tenzij de aanvrager heeft aangetoond dat zulks om medische redenen noodzakelijk is. Het hoofd dient onbedekt te zijn, tenzij de aanvrager heeft aangetoond dat godsdienstige, levensbeschouwelijke of medische oorzaken zich hiertegen verzetten. De hoeken van de pasfoto moeten afgerond zijn. 4. Indien de aanvrager niet kan ondertekenen als gevolg van leeftijd of een handicap maken burgemeester en wethouders melding" van het niet ondertekenen op de aanvraag en op de identiteitskaart. Artikel 10 Burgemeester en wethouders stellen als nadere regels het VNG-reglement vast betreffende de wijze waarop de gegevens, als bedoeld in de artikelen 6, 7, 8 en 9, op de identiteitskaart moeten worden vermeld. Artikel 11 1. De aanvraag van een identiteitskaart moet persoonlijk worden ingediend bij burgemeester en wethouders. 2. Burgemeester en wethouders stellen de identiteit van de aanvrager vast. 3. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager verzoeken, in verband met het onderzoek van zijn identiteit, de nodige bewijsstukken te overleggen. Artikel 12 1. Indien de aanvrager houder is van een reeds eerder uitgereikte identi teitskaart, wordt een aanvraag van een nieuwe identiteitskaart slechts in behandeling genomen als de eerder uitgereikte identiteitskaart kan worden ingehouden of, als de aanvrager de identiteitskaart vermist, hij bij de aanvraag een schriftelijke verklaring over de vermissing overlegt. 2. Indien de aanvrager houder is van een reeds eerder uitgereikte identi teitskaart en deze niet kan worden overgelegd bij de aanvraag, dan verge lijken burgemeester en wethouders de identiteitsgegevens van de aanvrager met de aanvraagbescheiden van de eerder uitgereikte kaart. 3. Het eerste en tweede lid zijn ook van toepassing op identiteitskaarten die door burgemeester en wethouders van een andere gemeente zijn uitge reikt. Burgemeester en wethouders vragen in dat geval de aanvraagbescheiden op bij burgemeester en wethouders van die gemeente. 4. De aanvraagbescheiden worden door de ontvangende gemeente bewaard op gelijke wijze als de eigen aanvraagbescheiden worden bewaard.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1626