Artikel 21 1. De houder van de op grond van artikel 19, onder a t/m f, vervallen identiteitskaart levert het document binnen twee weken na de dag waarop het verval ingaat in bij burgemeester en wethouders van de gemeente waarin hij zijn woonplaats heeft. 2. Burgemeester en wethouders vernietigen de ingehouden en de ingeleverde identiteitskaarten en de identiteitskaarten waarop artikel 19, aanhef en onder h, van toepassing is. 3. Het vernietigen van de in het tweede lid genoemde identiteitskaarten gebeurt, onmiddellijk na inhouding of inlevering dan wel na verloop van 3 maanden als bedoeld in artikel 19, aanhef en onder h, door versnippering, zodat reconstructie van de identiteitskaart niet meer mogelijk is. 4. Het bepaalde in het tweede en het derde lid is niet van toepassing op het document waarin of waaraan wijzigingen zijn aangebracht of op het document dat een valse identiteitskaart blijkt te zijn. 5. Documenten waarop het vierde lid van toepassing is, worden door burge meester en wethouders aan de Centrale Recherche Informatiedienst beschik baar gesteld voor onderzoek. Artikel 22 1. Een ieder die, anders dan voor ambtelijke doeleinden, in het bezit is van een identiteitskaart waarvan hij niet de houder is, draagt zorg dat het document zo spoedig mogelijk ter beschikking komt van burgemeester en wethouders van de gemeente die het document hebben verstrekt. 2. Burgemeester en wethouders die de in het eerste lid bedoelde identeits- kaart in hun bezit krijgen vernietigen deze identiteitskaart op de wijze als bedoeld in artikel 21, derde lid, tenzij uitreiking aan de houder mogelijk is. Hoofdstuk 5 Administratie Artikel 23 1. Burgemeester en wethouders houden een administratie bij van de verstrek te, uitgereikte, vermiste, gestolen, gevonden, ingehouden en aan de Centrale Recherche Informatiedienst ter beschikking gestelde identiteits kaarten. 2. De administratie bevat het aanvraag-/identiteitsformulierde tweede pasfoto en voor zover van toepassing de verklaring over de vermissing. 3. De gegevens in de administratie zijn op naam en op documentnummer toegankelijk. 4. Burgemeester en wethouders verstrekken op verzoek van burgemeester en wethouders van een andere gemeente binnen één week de aanvraagbescheiden als bedoeld in het tweede lid, in verband met het bepaalde in artikel 12, tweede en derde lid. Artikel 24 1. Het verstrekken, de vermissing, de diefstal, de inhouding en het ter beschikking stellen aan de Centrale Recherche Informatiedienst van een identiteitskaart wordt geregistreerd op de persoonskaart. 2. In vak 23 van de persoonskaart worden de volgende gegevens met betrek king tot de identiteitskaart opgenomen: a. de code "ID" en de datum van verstrekking; b. het documentnummer; c. de naam van de gemeente die het document heeft verstrekt; d. in geval van inhouding van de identiteitskaart de code "I" en de datum van de inhouding; e. in geval van vermissing of diefstal de code "V" en de datum van de schriftelijke verklaring over de vermissing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1629