Artikel 8
Iemand die in het maatschappelijk leven onder een andere naam bekend is dan
zijn geslachtsnaam (bijv. schrijvers, artiesten of kloosterlingen), kan een
verzoek doen om ook die andere naam op de identiteitskaart te vermelden.
Artikel 9 en artikelen 11 t/m 15
De artikelen 4:1 t/m 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1992, 315)
handelen over de aanvraag van beschikkingen en zijn op de artikelen 9 en 11
t/m 14 van toepassing. De Awb zal naar verwachting op 1 juli 1993 in
werking treden. Anticipatie op de Awb is mogelijk.
De aanvrager moet bij aanvraag altijd persoonlijk aan het loket verschij
nen. In uitzonderlijke situaties kan een andere plaats worden gekozen.
Van de aanvrager die houder is van een geldige identiteitskaart kan bij de
aanvraag van een nieuwe kaart zijn huidige identiteitskaart worden ingehou
den. De bepaling (artikel 12) spreekt over "kan worden ingehouden". In de
gevallen waarin geen klaar-terwij1-u-wachtdienstverlening geldt, is te
besluiten pas bij het uitreiken van de nieuwe kaart tot inhouding van de
huidige identiteitskaart over te gaan.
De vermissing van de identiteitskaart moet blijken uit een schriftelijke
verklaring die afkomstig is van de politie of van de houder zelf. In het
laatste geval dient een verklaring overeenkomstig bijlage 5 te worden
ingevuld.
Indien de aanvrager niet kan ondertekenen, wordt dat op de identiteitskaart
vermeld overeenkomstig het bepaalde in het reglement inzake de vermelding
van gegevens op de identiteitskaart.
Bij het personaliseren en uitreiken van de kaart is de vaststelling van de
identiteit van de aanvrager essentieel. Om deze reden zal bij de aanvraag
een aantal gegevens worden gevraagd waarmee, aan de hand van de persoons
kaart (of persoonslijst wanneer de bestanden zijn geautomatiseerd),
controle mogelijk is. Ten behoeve van de vaststelling van de identiteit zal
een (niet openbare) loketinstructie worden verstrekt. Daarnaast biedt
artikel 11 nog de basis voor een eventueel verdergaand onderzoek.
Bij het verzoek tot verbetering of aanvulling van de gegevens stellen
burgemeester en wethouders een bepaalde termijn (artikel 4:5, lid 1,
ontwerp-Awb)
Nadat de aanvraag door burgemeester en wethouders buiten behandeling is
gesteld, kan de betrokkene opnieuw een aanvraag indienen. Uiteraard dienen
dan wel de volledige gegevens geleverd te worden. Zou een buiten behande
ling gestelde aanvraag opnieuw, en weer zonder de ontbrekende gegevens
worden ingediend, dan is de aanvraag, zonder de aanvullingsprocedure te
hanteren op grond van artikel 4:6 ontwerp Awb, buiten behandeling te
stellen onder verwijzing naar het eerdere besluit (artikel 4:6, lid 2,
ontwerp-Awb)
Het eerste lid van artikel 4:6 van het ontwerp van de Algemene wet be
stuursrecht geeft ook aan dat bij de nieuwe aanvraag de aanvrager gehouden
is de nieuw gebleken feiten of omstandigheden te vermelden.
De verordening gaat uit van het klaar-terwij1-u-wachtsysteem.
Als door het vragen van aanvullende of verbeterde gegevens de termijn van
twee weken voor het besluit tot het verstrekken dreigt te worden overschre
den, is toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 2, tweede lid van
de verordening.