Artikelen 26, 27 en 28 Identiteitskaarten zijn waardedocumentenevenals paspoorten en rijbewij zen. Derhalve dient voorkomen te worden dat blanco en ingevulde identi teitskaarten in onbevoegde handen komen. Artikelen 26 en 28 bieden daarvoor een waarborg. Die waarborg heeft evenwel ook betekenis naar buiten toe. Personen en instanties die te maken krijgen met gebruikers van de identiteitskaart weten mede daardoor dat de afgifte van het document met waarborgen is omgeven die zoveel mogelijk voorkomen dat frauduleuze handelingen kunnen worden gepleegd. De verantwoordelijkheid voor de hantering van het reglement dat in artikel 28 is voorgeschreven berust bij het hoofd van de aangewezen afdeling en de door hem of haar aangewezen medewerkers. Het reglement is als bijlage 1 opgenomen. Artikel 29 Overtreding van de geheimhoudingsbepaling is strafbaar op grond van artikel 272 Wetboek van Strafrecht. Artikel 29 kan vervallen met het in werking treden van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2:5 Awb bevat een geheimhoudingsregeling. Artikelen 30 en 31 Artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht bevat dezelfde tekst als artikel 30. Het artikel is alleen van toepassing op reisdocumenten. Voor identi teitskaarten is derhalve een afzonderlijke strafbepaling nodig. Indien valsheid in geschrifte wordt geconstateerd dient aangifte te worden gedaan. Gelet op de strafmaat die in het Wetboek van Strafrecht is gesteld, is in artikel 31 gekozen voor de tweede geldboetecategorie (artikel 195 gemeente wet jo artikel 23 WvSr).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1637