- 3 -
RAADSVOORSTEL s vervolg 257
een dusdanige complexe achterstandsproblematiek kennen dat het niet verant
woord c.q. mogelijk is hen rechtstreeks bij een werkgever te plaatsen.
4. Subsidie 1993
4.1. Reguliere subsidie 1993
Bij uw besluit om de Stichting Leerwerkplaatsen ook in 1993 te subsidiëren
heeft u bepaald dat de subsidiëring op dezelfde voet moet plaatsvinden als
voorgaande jaren. Dit betekent dat als grondslag voor subsidiëring het
subsidiebedrag van het voorgaande jaar geldt, verhoogd met de verwachte
algemene loon- en prijsstijgingen in 1993 ten opzichte van 1992. Bij de
berekening van de subsidie over 1992 is daarbij uitgegaan van 2,9% voor de
loonkosten en van 3% voor de materiële c.q. overige kosten. Inmiddels moet
evenwel geconstateerd worden dat het percentage loonstijgingen (voortvloei
end uit CAO—Welzijnhoger is uitgevallen, t.w. 4% en het percentage voor
de stijging van materiële c.q. overige kosten lager is uitgevallen, t.w.
2,7%. Dit heeft voor de berekening van het subsidiebedrag voor 1993
consequenties. Het subsidiebedrag voor 1993 komt dan als volgt tot stand.
Loonkostensubsidie 1991 bedroeg
f 535.531,- werkelijke loonkosten
stijging in 1992 (4%) f 556.952,-
Correctie op loonkosten in 1992 van f 21.185,-
Grondslag loonkostensubsidie 1992 f 578.137,-
Verwachte loonkostenstijging in 1993
bedraagt 3,5% f 20.235,-
Loonkostensubsidie 1993 f 598.372,
Grondslag subsidie materiële/overige
kosten 1992 bedraagt de subsidie
materiële/overige kosten voor 1991
f 337.055,- werkelijke kosten
stijging in 1992 (2,7%) f 346.156,-
Verwachte kostenstijging in 1993
bedraagt 3,5% f 12.116,-
Subsidie materiële/overige kosten 1993 f 358.272,-
Totale subsidie voor 1993 f 956.644,-
4.2. Subsidie deelnemersregistratiesysteem
Met betrekking tot het subsidieverzoek van f 15.000,- voor een deelnemers
registratiesysteem wordt uw raad voorgesteld nog geen uitspraak te doen.
Dit houdt verband met het feit dat momenteel meerdere organisatie in Breda
voornemens zijn (nieuwe) geautomatiseerde deelnemersregistratiesystemen aan
te schaffen. Het gaat om organisaties die veelal met dezelfde cliënten-
groepen werken. Zowel in het belang van een effectieve en efficiënte
uitvoering als ter ondersteuning van de ontwikkeling van het lokale en
regionale arbeidsmarktbeleid is het van belang dat de aan te schaffen
systemen op elkaar zijn afgestemd. Momenteel vindt hierover met de betrok
ken organisaties overleg plaats.