- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 273
- het verhogen van de toelatingsleeftijd van 2 naar 23s jaar;
- op basis daarvan de spreiding opnieuw vaststellen;
- rekening houden met specifieke omstandigheden door hiervoor de weegfactor
1.5 toe te passen;
- extra maatregelen te treffen ten behoeve van de Haagse Beemden, waar de
wachtlijstproblematiek het grootst is door:
- maximalisering van het aantal dagdelen in de Haagse Beemden;
- extra dagdelen subsidiëren voor peuterspeelzalen die, door het tekort aan
capaciteit van de peuterspeelzalen in de Haagse Beemden, extra worden
belast;
- nadere besluitvorming over de invulling capaciteit Heksenwiel en hieruit
voortvloeiende consequenties op te schorten tot na behandeling kadernota
1994;
- het beleid ten aanzien van het Centrum en Brabantpark te wijzigen door:
- geen nieuwbouw voor de peuterspeelzaal Lentehof te realiseren;
- in Brabantpark een peuterspeelzaal te bouwen die mede de huidige capaci
teit van Lentehof opvangt;
- in Heusdenhout een voorziening handhaven conform het aantal peuters in
dat verzorgingsgebied.
Om bovenstaand beleid uit te kunnen voeren en omdat de ouderbijdragen al
sinds 1985 ongewijzigd zijn zal de ouderbijdragetabel met ingang van
januari 1993 worden aangepast met 6% voor de laagste inkomens oplopend tot
10% voor de hoogste inkomens. Deze verhoging levert ongeveer 33.000,
op, voldoende voor een extra uitbreiding met 5 a 6 dagdelen.
Vervolgens zal de tabel jaarlijks worden bijgesteld op basis van de loon-
en prijsindex.
De tabel waarin een totaal overzicht wordt gegeven van de spreiding van
dagdelen over de stad staat in deel III hoofdstuk 2.2.1. van de nota.
De salarissen in het peuterwerk zullen worden aangepast zodra een CAO
hiertoe verplicht. De eventuele meerkosten bedragen dan ca. 80.000,-.
Omdat momenteel geen CAO van toepassing is, is salarisverhoging niet aan de
orde. Zodra er aanleiding toe bestaat zal uw Raad zo spoedig mogelijk
worden geïnformeerd.
Teneinde het peuterwerk organisatorisch en inhoudelijk te versterken en
flexibeler te maken, wordt ernaar gestreefd in 1995 ook het reguliere
peuterwerk aan te haken bij de Centrale Organisatie Kinderopvang Breda i.o.
Het ingebouwd peuterwerk vormt een aparte werksoort die niet op één lijn te
plaatsen is met het regulier peuterwerk. Daarom wordt deze vorm van
peuterwerk niet besproken in deze nota, maar meegenomen in de beleidsont
wikkeling van het 0-6 jarigen beleid omdat zij een integraal onderdeel
vormt van het club- en buurthuiswerk.
De particuliere peuterspeelzalen blijken tot op heden te voldoen aan de
gevraagde kwaliteit van de Verordening Kinderopvang die in 1991 is vastge
steld. Deze vorm van peuterspeelzaalwerk vangt 15% van alle kinderen op.
Door diverse ontwikkelingen worden sommige particuliere peuterspeelzalen
met sluiting bedreigd. Daardoor zou de capaciteitsuitbreiding die door het
vaststellen van de nota gerealiseerd wordt, mogelijk weer teniet worden
gedaan. De ontwikkelingen zullen nauwlettend gevolgd worden en eventueel
zal een politiek standpunt inzake mogelijke ondersteuning worden ingenomen.
In maart 1994 zal het peuterspeelzaalbeleid opnieuw geëvalueerd worden.