gemeente Breda
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1992 276
927923430
OW/VHV
4
BETREFT VASTSTELLING NIEUWE REGELS MET BETREKKING TOT HET
WOONRUIMTEVERDELINGSBELEID EN GEMEENTELIJKE FINANCIËLE BIJDRAGE
AAN DE UITVOERING VAN HET WOONRUIMTEVERDELINGSBELEID
Naar aanleiding van de reactie op 7 december 1992 van de gezamenlijke
Bredase woningcorporaties op het oorspronkelijke raadsvoorstel, en naar
aanleiding van de advisering hierover op 8 december 1992 door de commissie
volkshuisvesting en bouw- en woningtoezicht, is het oorspronkelijke raads
voorstel op de volgende punten gewijzigd:
- de titel van het voorstel is gewijzigd;
- de raad wordt niet meer gevraagd om de maximale gemeentelijke financiële
bijdrage aan de uitvoering van het woonruimteverdelinsbeleid vast te
stellen;
- de reactie van de corporaties op het voorstel is vermeld;
- waar in het voorstel gesproken werd over overleg met de corporaties dat
nog plaats moest vinden c.q. over "wanneer hierover met de corporaties
overeenstemming wordt bereikt", is dit aangepast;
- bij het vaststellen van de verdelingsregels is een aanvulling gemaakt met
betrekking tot het inplaatsingsbeleid;
- de tekst over het buiten werking laten stellen van de Woonruimtewet is
geherformuleerd
Op 19 december 1991 heeft uw raad de beleidlijnen voor het toekomstige
woonruimteverdelingsbeleid vastgesteld aan de hand van de notitie "Woon
ruimteverdeling in de jaren negentig". Eén van de belangrijkste beleidslij
nen daarbij was dat de gemeente verantwoordelijk is voor de vaststelling
van de hoofdlijnen van het woonruimteverdelingsbeleid en dat de woningcor
poraties, waar het gaat om de sociale sector, verantwoordelijk zijn voor de
uitvoering van het woonruimteverdelingsbeleid.
De beleidslijnen voor het toekomstige woonruimteverdelingsbeleid zijn
vervolgens, door een werkgroep met vertegenwoordigers van de corporaties en
de gemeente, tot op een concreet niveau uitgewerkt in de notitie "Woonruim
teverdeling in de jaren negentig. Uitwerking". Deze notitie is op 7 juli
1992 ter kennisname geagendeerd geweest in de commissie volkshuisvesting en
bouw- en woningtoezicht.
Een nieuwe taakverdeling tussen gemeente en corporaties op het terrein van
de woonruimteverdeling heeft ook consequenties voor de financiële verhou
dingen op dit terrein. Waar de uitvoering van het woonruimteverdelingsbe
leid een zaak en verantwoordelijkheid van de corporaties wordt, dienen ook
de met deze uitvoering gepaard gaande kosten in principe voor rekening van
de corporaties te komen.
Na de genoemde commissievergadering van 7 juli 1992 zijn over de nieuwe
financiële verhouding onderhandelingen gevoerd met de corporaties. Deze
hebben echter niet tot overeenstemming geleid. Basis voor deze onderhande
lingen waren twee notities terzake: één van de gemeente en één van de
gezamenlijke corporaties. Beide notities treft u bijgaand aan.
De corporaties berekenen in hun notitie een jaarlijkse gemeentelijke
INLEIDING