RAADSVOORSTEL vervolg 292 van bestaan (een door het Ministerie van Financiën gestelde norm) hoger zijn dan het netto-besteedbaar inkomen. Het netto-besteedbaar inkomen is het resultaat van de volgende berekening: (gezinsinkomen vakantiegeld huursubsidie) - (kale huur zelf betaalde ziekenfondspremie reeds betaalde belastingbedragen). Het verlenen van kwijtschelding heeft geen invloed op deze berekening: indien het netto-besteedbaar inkomen lager is dan het normbedrag "kosten van bestaan", blijft dat ook zo na kwijtschel ding van de betreffende belasting. Komt men daarentegen niet voor kwijt schelding in aanmerking, en moet men de aanslag betalen, dan kan men bij een volgende aanvraag om kwijtschelding (binnen hetzelfde jaar van een andere belastingsoort) de betaalde belasting in aftrek brengen op het inkomen. De bepalingen ten aanzien van de overige heffingen (leges, retributies, precariorechten en parkeerbelastingen) kunnen ongewijzigd worden overgeno men van de vigerende regeling. CONSEQUENTIES BELEIDSWIJZIGING: het bestaande onderscheid in kwijtscheldingsnormen voor diverse heffingen vervalt. INSPRAAK GEEN ADVIESRADEN NVT COMMISSIEBEHANDELING De commissie Financiën, Controll en Grondbedrijf kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda, - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1769