RAADSVOORSTEL vervolg 39 heid met betrekking tot de traditionele bemiddelingstaak van vrijwilligers steeds vaker ingezet om werkzoekenden, door middel van de werkervaring die zij met het verrichten van vrijwilligerswerk opdoen, een betere positie op de arbeids markt te verschaffen. De huidige werkzaamheden van het I.B.V. kunnen dan ook naar twee beleidsvelden worden onderverdeeld: a. werkgelegenheidspecifieke activiteiten gericht op de positieverbetering van werkzoekende vrijwilligers op de arbeidsmarkt; b. welzijnwerving en bemiddeling van vrijwilligers gericht op het traditionele vrijwilligerswerk. Het I.B.V. geeft aan dat met name de onder a. genoemde ar- beidsinpassingsdoelstelling de laatste jaren sterk ontwikkeld is. Zij zijn dan ook van mening dat zij hiervoor een bijdrage leveren aan het Bredase werkgelegenheidsbeleid. Vrijwilligers werk wordt door het I.B.V. gezien als een "instrument" binnen het totale traject van activering, motivering, oriëntatie, schakeling, kwalificatie en bemiddeling naar werk. Daarnaast heeft het I.B.V. ook een duidelijke "welzijns"-taak in de bemiddeling van vrijwilligers naar instellingen op het sociaal, sociaal-cultureel en welzijnsterrein. 2Resultaten periode januari 1990 tot en met oktober 1991: In de verslagperiode hebben zich in totaal 454 vrijwilligers ingeschreven. Hiervan was 188 man en 2 66 vrouw (verhouding 40/60) Zowel in 1990 als in 1991 vertegenwoordigden de leeftijdscate gorieën 19 tot en met 25 jaar (28%), 26 tot en met 35 jaar (26%) en 36 tot en met 55 jaar (29%) het grootste deel van de inschrijvingen Van de ingeschreven vrijwilligers lag het zwaartepunt qua opleidingsniveau bij het Lager Onderwijs, Lager Beroepsonder wijs en Middelbaar Algemeen Vormend Onderwijs (49%) en bij Hoger Beroeps- en Wetenschappelijk Onderwijs (35%). In 1991 viel een aanzienlijke stijging van het aantal personen met een Middelbare Beroepsopleiding te constateren (van 3 naar 21 personen) Slechts 9% van de ingeschreven personen heeft inkomsten uit arbeid. Het grootste deel (60%) ontvangt een uitkering. Opval lend is dat hiervan, naast een groot aandeel van personen met een R.W.W.-uitkering (30%), 24% een W.A.O.-uitkering ontvangt. Voor de bemiddeling van deze vrijwilligers had het I.B.V. eind oktober 1991 een bestand van 340 vacatures tot haar beschik king. Het I.B.V. heeft regelmatig te maken met een discrepantie tussen vraag en aanbod. Om voldoende bemiddelingsmogelijkheden te creëren zijn dan ook extra inspanningen geleverd. Deze extra inspanningen bestonden o.a. uit een intensieve werving van voor een bepaalde vraag geschikte vrijwilligers en een gerichte werving van voor een bepaald aanbod geschikte vacatu res. Hierbij heeft het I.B.V. veelvuldig gebruik gemaakt van de media. Opvallend bij nieuwe vacatures is, dat steeds hogere eisen aan - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 177