RAADSBESLUIT vervolg 295 Voorzover de gemeente bekend is, rusten op de verkochte grond geen erf dienstbaarheden of kwalitatieve verplichtingen. b) Onverminderd het sub 7 bepaalde geeft de gemeente geen enkele garantie of vrijwaring, behoudens die voor uitwinning. 4. a) Alle kosten en belastingen met betrekking tot de overeenkomst van verkoop en koop en van de levering en aflevering, waaronder begrepen de kosten van de kadastrale inmeting zijn voor rekening van de koper. b) Alle lasten en belastingen, welke van de grond worden geheven, komen met ingang van de datum van de leveringsakte voor rekening van de koper. 5. De koper verplicht zich bij de aanvaarding van de aan hem verkochte grond te overtuigen van de grenzen zoals deze vanwege de gemeente met piketten in het terrein zijn aangeduid. 6. Verschil tussen de werkelijke grootte en de grootte zoals die in eerste instantie door de gemeente is aangegeven kan geen aanleiding geven tot enige verrekening of enigerlei rechtsvordering. 7. a) Naar aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaar lijke of niet aanvaardbare stoffen in de te verkopen grond, is een stan daard indicatief bodemonderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een aan de akte te hechten rapport van de Milieudienst Breda, nummer 14083 en gedateerd september 1992, in welk rapport geconclu deerd wordt dat ter plaatse van de aanwezige ondergrondse afgewerkte olietank een olieverontreiniging is aangetroffen, doch dat in het grondwa ter geen verhoogd minerale olie-gehalte is aangetoond, dat de B waarde overschrijdt. De gemeente zal voor haar rekening en risiko de verontreinig de grond en het grondwater vóór de datum van de feitelijke levering saneren op een wijze als aangegeven in het desbetreffende voorstel van de Milieu dienst Breda van 23 oktober 1992, welk voorstel eveneens aan de akte zal worden gehecht. Van de sanering heeft de Milieudienst Brede aan rapport gemaakt, opdracht nummer 14083 en gedateerd november 1992, waarin gekonkludeerd wordt dat de bodemkwaliteit op de lokatie geen beperking of belemmering meer vormt voor kantoorbouw. Dit rapport wordt eveneens aan de akte gehecht. b) Indien tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van het op de grond te realiseren bouwplan, doch voor het moment van het ondertekenen van de notariële akte, zou blijken van de aanwezigheid van naar de huidige maatstaven voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen, die van zodanige concentratie en aard zijn dat van koper in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij, zonder tot sanering over te gaan, aan zijn bouwplicht voldoet, heeft koper het recht eenzijdig deze overeenkomst te ontbinden en de grond ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, voorzover redelijkerwijze mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van de overeenkomst. In geval in vorenbedoelde periode alsnog blijkt, dat zich in de grond voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen bevinden, heeft de gemeente behoudens in een situatie waarin de verontreiniging zodanige omvang heeft, dat redelijkerwijs niet meer kan worden verlangd dat zij tot sanering overgaat, de verplichting alsnog tot sanering over te gaan. Indien de verontreiniging zodanige omvang heeft dat redelijkerwijs niet meer van de gemeente kan worden verlangd dat zij alsnog tot sanering overgaat, heeft de gemeente de plicht aan de koper Concept GB014565 1-12-1992

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1791