Tarieven van de openbare bibliotheek In de tarieven valt onderscheid te maken tussen; A. Abonnement/contributie Het jaarlijkse bedrag wat de gebruiker betaalt om boeken of andere media te kunnen lenen. Voor boeken is dit alleen een contributiebedrag, voor videobanden en cd's is dit contributie én leengeld. B. Service-aspecten Tarieven die worden gevraagd voor het reserveren van boeken, het aanvragen van materialen uit andere bibliotheken, het verkrijgen van een duplicaatpas, het maken van fotokopieën etc. C. Uitleenvoorwaarden Het aantal materialen dat een gebruiker op zijn/haar lenerspas kan lenen en voor welke pe riode. De materialen die in de bibliotheek geleend worden, dienen binnen een bepaalde termijn teruggebracht te worden. Houdt de gebruiker zich niet aan deze termijn dan dient hij zij bij te betalen. De bibliotheek leent videobanden en cd's uit; hiervoor betaalt de gebruiker in tegenstelling tot boeken leengeld. Voorgestelde wijzigingen Met inachtneming van bovengenoemde uitgangspunten en na onderzoek gaat de voorkeur uit naar: 1. Wijziging in de opbouw van de abonnementen/contributie Leengeld ja dan nee. Onder leengeld wordt verstaan dat de gebruiker - naast de gebruikelijke contributie - voor elk boek dat hij/zij leent een extra bedrag betaalt. De ervaringen in bibliotheken die leengeld hebben ingevoerd zijn zeer verschillend. In enkele bibliotheken heeft dit nauwelijks effect gehad op het percentage gebruikers, wel werd de gebruiker kritischer ten aanzien van het aantal mee te nemen banden. Andere bibliotheken melden slechte ervaringen; sterke daling van het aantal gebruikers en daarmee van de inkomsten. Invoering van leengeld heeft alleen kans van slagen als tegelijkertijd de jaarlijkse contributie sterk wordt verlaagd. Invoering van leengeld per boek blijft bij de huidige stand van zaken een arbeidsintensieve manier om betrekkelijk lage bedragen (aan leengeld) te innen. Een investering in betaalautomaten (die nog in ontwikkeling zijn) is op dit moment erg kostbaar, waardoor een groot deel van de extra inkomsten verloren gaat. Al met al geen garanties dat invoering van leengeld voor boeken ook de gewenste stijging van inkomsten betekend. Daarbij heeft de jaarlijkse contributie nog niet die hoogte bereikt, dat bij een geleidelijke verhoging van de tarieven, het percentage gebruikers drastisch zal afnemen. Uit een beperkt gebruikersonderzoek (najaar 1991) is bovendien gebleken dat de gebruikers de voorkeur geven aan (extra verhoging) van contributie boven heffing van leengeld. In afwachting van verdere ontwikkelingen met betrekking tot inning van leengeld voor boeken is besloten hiertoe zeker niet voor 1995 over te gaan en eerst dan na een uitgebreid onderzoek. Gekozen is voor: Verhoging van tarieven met betrekking tot service, uitleenvoorwaarden en prijzen is acceptabel, omdat de extra kosten voor de gebruiker vermijdbaar zijn. Uit ervaring is gebleken dat de eigen inkomsten van de bibliotheek daardoor aanzienlijk zullen stijgen, hetgeen - gelet op de omvang van de knelpunten - zeker gewenst is. Contributieverhoging in combinatie met wijzigingen in de uitleenvoorwaarden. Invoering van een beeld- en geluidpas. Invoering van contributie voor 16- en 17-jarigen (gereduceerd tarief). Afschaffing van gereduceerd tarief voor 21- en 22-jarigen. Handhaving van contributievrijdom tot 16 jaar. 2. Verhoging van de tarieven voor service en in de uitleenvoorwaarden 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1805