i
5. De vergaderingen van de programmaraad worden bijgewoond door een verte
genwoordiger van het bestuur en het coördinatieteam. Deze hebben een advi
serende stem. Bovendien kan een door de medewerkers aan te wijzen medewer
ker door de medewerkers ais toehoorder de vergaderingen bijwonen.
6. De leden van de programmaraad worden door de programmaraad benoemd uit
een of meer voordrachten, behoudens het bepaalde lid 7. Tot het opmaken -
van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als leden van de -
programmaraad en bij huishoudelijk reglement aan te wijzen organisaties
of groepen van organisaties.
7. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een
met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van
de programmaraad, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde
van de programmaraadleden tegenwoordig is.
8. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de programmaraad overeenkom
stig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te
ontnemen, dan is de programmaraad vrij in de keus.
9. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming
uit die voordrachten.
10. Voordrachten en benoemingen geschieden onverminderd het bepaalde in -
lid 3-
11. Bij het-ontstaan van een (of meer) vacature(s) in de programmaraad, -
zullen de overblijvende programmaraadleden (of zal het enig overblijvende
programmaraadlid) binnen drie maanden na het ontstaan van de vacature(s)
daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolger(s).
12. Mocht(en) in de programmaraad om welke reden dan ook één of meer leden
ontbreken, dan vormen de overblijvende programmaraadleden, of vormt het
enige overblijvende prograramaraadlid niettemin een wettige programmaraad.
Einde lidmaatschap programmaraad.
Artikel 11.
1. Het lidmaatschap van de programmaraad eindigt:
a. indien het lid van de programmaraad heeft opgehouden vertegenwoordiger
te zijn van een stroming;
2. Elk lid van de programmaraad treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoe
ming af, volgens een door de programmaraad op te maken rooster van aftre-
3^ De aftredene is terstond herbenoembaar.
Coördinatieteam-Coördinator
Artikel 12.
1. a. Voor de radio-uitzendingen kent de stichting een coördinatieteam Ra-
1. b. Voor de televisie-uitzendingen kent de stichting een gelijksoortige
coördinatieteam Beo TV.
1. c. Voor elk coördinatieteam gelden onderstaande bepalingen.
2. Een coördinatieteam bestaat uit een door het bestuur te bepalen aantal
medewerkers onder wie een coördinator, belast met de leiding van het coör
dinatieteam. Een programma-statuut, taakomschrijving van het coördinatie-
team en nadere regelen terzake van de verhouding tussen coördinator, coör
dinatieteam en andere organen van de stichting worden vastgelegd door de
programmaraad, nadat deze de daarbij belanghebbenden daarover geraadpleegd
Het door de programmaraad vastgelegde programma-statuut behoeft instemming
van de coördinator en het coördinatieteam.
3. De coordinator wordt door de programmaraad aangesteld. De coördinatoi
kan uitsluitend op voordracht van het bestuur door de programmaraad wor<
ontslagen; zodanig besluit dient tevoren eveneens aan overleg methet coi
dinatieteam te worden onderworpen, indien het ontslag op journalistieke
gronden wordt verleend.
1. Het bestuur kan de coördinator in de uitoefening van zijn functie voc
onbepaalde tijd schorsen.
De schorsing vervalt indien niet binnen een maand na het schorsingsbeslt
het in het tweede lid van dit artikel bedoelde overleg een aanvang heeft
genomen.
5. De overige leden van de coördinatieteam worden op voorstel vanhetcoc
dinatoren/of overige leden van het coördinatieteam benoemd door het bestu
volgens door de programmaraad nader vast te stellen regelen. Ontslag wor
hen verleend door het bestuur na overleg met de coördinator, coördinatie
team en de programmaraad.--.
Wil het ontslag op journalistieke gronden verleend kunnen worden, dan be
hoeft het de voorafgaande instemming van de coördinator en het coördinati
team.
6.J/oor de inhoud van alle uitzendingen en voor alle werkzaamheden is de
coördinator verantwoordelijk en jegens de programmaraad verantwoording
verschuldigd.
Commissies en werkgroepen.
Artikel 13-
1. Het bestuur kan commissies en werkgroepen instellen.
2. Bij reglement worden taak en werkwijze van commissies en werkgroepen
Jaarverslag - Rapportage programmaraad
Rekening en verantwoording.
Artikel 1t.
1. Het stichtingsjaar tevens boekjaar loopt van een januari tot en met -
eenendertig december.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zo
danig aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en
verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur stelt binnen zes maanden na afloop van het stichtingsjaar
zijn jaarverslag op en de penningmeester doet, onder overlegging van een
balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over
zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur.
'1. De programmaraad stelt binnen zes maanden na afloop van het stichtings
jaar de jaarlijkse rapportage aangaande het gevoerde en gerealiseerde pro
grammabeleidzoals vernoemd in artikel 10 lid 1 onder d, vast.
5. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld.
6. Na vaststelling kan door een ieder kennis worden genomen van het jaar
verslag, de rapportage van de programmaraad en de jaarstukken.
7. Het bestuur is verplicht bescheiden bedoeld in lid 3 en t tien jaar -
lang te bewaren.
1. In de statuten van de stichting kan geen verandering worden gebracht
dan door een besluit van het bestuur, waartoe is opgeroepen met de medede
ling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot een vergadering van het bestuur ter behande
ling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenmin-