- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 46
c. f 75.000,00 binnen de bestemmingsreserve te reserveren om
het risico af te dekken bij de start van de
bedrijfsopvang.
d. Tot het einde van het project wordt de voortgang als vast
agendapunt ter kennisname bij de Cie SoZa/MDSO opgevoerd.
Het realiseren van de afzonderlijke projecten wordt
gedelegeerd aan het college van B&W, behoudens
bestemmingsplanprocedures
De door het college in dit kader genomen besluiten worden
steeds voor de eerstvolgende Cie-vergadering ter visie
gelegd waarbij wordt vastgesteld dat als de termijn korter
dan 10 dagen is het tweemaal ter visie ligt.
e. De dienst Welzijn op te dragen in 1994 met een integrale
verslaglegging en verantwoording te komen van deze
voorgenomen uitbreidingen in samenhang met de ten behoeve
van de rijksoverheid op te stellen afrekening/verslagleg
ging van de stimuleringsmaatregel 1990/1993.
3. Het huidige budget kinderopvang gefaseerd (1992-1995) aan te
passen aan de ontwikkeling van de CAO-Welzijn tot een totaal
bedrag van f 172.518,00 (prijspeil 1992).
Voor 1992 betreft dit f 55.524,00) ten laste van de stelpost
onvoorzien. De andere jaren gaat het ten laste van de post
incidentele loonontwikkeling.
4. In verband met het onder B2b en B3 gestelde de begroting van
de dienst Welzijn en concernbegroting beide voor het dienst
jaar 1992 te wijzigen.
MOTIVERING/TOELICHTING
De Stimuleringsmaatregel Kinderopvang noopt ons tot het zo
planmatig mogelijk benutten van de uitbreidingsmogelijkheden tot
eind 1993. Met behulp van zo verantwoord mogelijke aannames
wordt in deze nota een plan ontvouwd om, uitgaande van de in het
programakkoord vastgelegde uitgangspunten, deze sprong voor
waarts te kunnen maken. In het programakkoord werd de nadruk
gelegd op de buitenschoolse opvang. De Oortgelden mochten we
daarvoor niet inzetten. De tweede tranche middelen die we door
middel van het regeerakkoord kunnen inzetten biedt ons die
mogelijkheid wel. Naast twee verticale groepen is de tweede
tranche dan ook ingezet voor buitenschoolse opvang.
Het belang van het slagen van deze operatie is niet alleen
gelegen in het omvangrijke investeringsprogramma doch ook in de
structurele doorwerking in de exploitatie van deze voorzienin
gen. Dat betekent dan ook dat een sluitende exploitatie na 1993
een belangrijke randvoorwaarde is waartegen de voorgenomen
uitbreidingen moesten worden afgezet.