- 3 - RAADSVOORSTEL vervolg /46 De eerste twee paragrafen van de nota schetsen een beeld van de meest belangrijke inhoudelijke ontwikkelingen van dit moment. Paragraaf drie en verder zijn voor al gericht op het uitbrei dingsprogramma dat in korte tijd gerealiseerd dient te worden. In de becijferingen die U daar aantreft is steeds rekening gehouden met de financiële vertaling van de inhoudelijke voorne mens (Centrale Organisatie Kinderopvang b.v.). Het geformuleerde besluit volgend kan ter nadere toelichting nog het volgende worden opgemerkt: 1. Uiteindelijk is alles te doen om een op verantwoorde wijze vergroting van de opvangcapaciteit in de kinderopvang. De voorgestelde uitbreiding tot 580 kindplaatsen zit 15 plaatsen onder het maximum te behalen aantal plaatsen. Enige ruimte nu zal ons verderop in het proces wellicht goed van pas komen. 2. a) Gegeven de looptijd, de omvang en de spelregels van de operatie is het noodzakelijk de tijd tot 1994 als één project te benaderen en pas daarna de balans op te maken, b De voorgenomen vervangings-/uitbreidings investeringen spreken in hun concreetheid voor zich. De keuze ervan is vooral ingegeven door de combinatie van behoeften en moge lijkheden tot realisatie. Het project Tuinzigt is door U al in dit kader gehonoreerd (bijlage VI) c) Om een start te kunnen maken met bedrijfsgerichte kinder opvang zullen kindplaatsen enige tijd vrij gehouden worden (maximaal een half jaar) teneinde een aanbod aan bedrijven en instellingen te kunnen doen. d) Delegatie aan burgemeester en wethouders betekent dat projecten snel in uitvoering kunnen worden genomen. Dit is noodzakelijk om de planning voor eind 1993 te kunnen realiseren. Door de te volgen procedure wordt de politieke verantwoordelijkheid ten volle gerespecteerd. e) Aangezien de gemeente in het kader van de Stimulerings regeling Kinderopvang verplicht is eind 1993 met het ministerie van W.V.C. af te rekenen is het logisch daaraan ook de gemeentelijke verantwoording te koppelen. C. De professionalisering van de kinderopvang heeft tot inten sieve onderhandelingen tussen de CAO-partners geleid. Al eerder maakten wij gewag van deze discussie. De lijn van de gemeente Breda is dat pas als de CAO-Welzijn wordt aangepast de financiële consequenties worden getrokken voor budgetbij stelling. Uiteraard is bij de planvorming van de uitbreiding al rekening gehouden met de nieuwe CAO. De hier gepresen teerde consequenties zouden, zonder de in dit voorstel om schreven uitbreidingsoperatie, evenzeer tot dezelfde aanpas sing hebben geleid. Zie verder de bijlage III in de Voort gangsnota Kinderopvang "Salarisontwikkeling Kinderopvang 1991-1993", waarbij ten aanzien van de CAO consequenties is uitgegaan van de goedgekeurde formatie 1991.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 214