Nadere regels als bedoeld in de artikelen 3 en 6 van de "Subsidieverordening Oud-papier 1991" Indiening subsidie-aanvraag (artikel 3) 1. De aanvrage om subsidie, welke ingevolge artikel 3 van de verordening binnen 30 dagen na het verstrijken van het ka lenderjaar bij burgemeester en wethouders van Breda moet worden ingediend, dient met de hierna genoemde bescheiden te worden ingezonden aan: de directeur van de Milieudienst, Postbus 2180, 4800 CD BREDA; 2De aanvrage als bedoeld onder 1 dient te geschieden op een door de directeur van de Milieudienst vastgesteld formulier, dat als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd. Het formu lier dient ondertekend te zijn door degene op wiens naam de krachtens artikel 13 van de Afvalstoffenverordening Breda verleende inzamelvergunning is gesteld; 3. Bij de aanvrage om subsidie dienen de volgende bewijsstukken te worden overgelegd: a. Een opgave van de over het afgelopen kalenderjaar inge zamelde hoeveelheid oud-papier. Deze opgave dient te worden verstrekt op een door de directeur van de Milieudienst vastgesteld formulier (bijlage 2 van de regeling) b. de opgave dient vergezeld te gaan van de op de inge zamelde hoeveelheid betrekking hebbende weegbriefjes, inkoopfakturen en eventueel bank- of giro-afschriften; 4. De uitbetaling van de subsidie alsmede de administratieve afdoening daarvan dient op een door de directeur van de Milieudienst bepaalde wijze te worden geregeld. Voorschotregelino (artikel 6) 1. Een voorschot op de subsidie als bedoeld in artikel 2 van de verordening kan slechts worden verstrekt aan vergunninghou ders in de zin van artikel 13 van de Afvalstoffenverordening Breda 2. Voorschotten worden verstrekt op basis van de werkelijk inge zamelde hoeveelheid oud-papier in een voorschotperiode; 3. Voor het verkrijgen van een voorschot, dient de aanvrager een voorschotbriefje te overleggen, volgens een door de di recteur van de Milieudienst vastgesteld model (bijlage 3) 4. Bij het voorschotbriefje dienen de volgende bewijsstukken te worden overgelegd; a. weegbriefjes over de betreffende voorschotperiode; b. inkoopfakturen van de papierhandelaar over de betref fende voorschotperiode; 5. De directeur Milieudienst kan desgevraagd andere bewijsstuk ken verlangen, indien hij zulks nodig oordeelt; 6. Het bedrag van het voorschot zal worden gebaseerd op het in artikel 5 van de subsidieverordening oud-papier vermelde subsidiebedrag; 7. Een kalenderjaar bestaat uit 3 voorschotperioden van 3 maan den.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 282