Totale aantal ingediende aanvragen 73 Nog af te handelen uit 1990 2 Totaal 75 Aantal toekenningen 71 Aantal afwijzingen 4 75 In het totaal werd uitgekeerd f.143.000,= 2.1.2. Het te voeren beleid in 1992 In de nota "Bijzondere kosten, daar is toch bijstand voor" is in 5.1. gewezen op het karakter van deze regeling en gesteld, dat in strikte zin geen sprake is van een echte minimaregeling en dat het wenselijk is de regeling meer het karakter te geven van een minimumregeling. Daarbij dient dan aansluiting gezocht te worden bij de inkomenstoets voor de bijzondere bijstand. In artikel 5, lid 1 is dan ook bepaald, dat geen bijdrage wordt verstrekt indien het inkomen van de betrokkene hoger is dan de voor de betrokkene geldende bijstandsnorm vermeerderd met 50% van de maximale inkomensvrijlating. Dit sluit aan bij het door het college geformuleerde beleid in het kader van de bijzondere bijstand, waarbij uitganspunt is, dat sprake is van de bijzondere bijstand, waarbij uitgangspunt is, dat sprake is van draagkracht voor zover het inkomen hoger is dan de voor betrokkene geldende bijstandsnorm vermeerderd met 50% vrijlating van inkomsten uit arbeid. In het gewijzigde artikel 5, lid 1 is de toevoeging dat de inkomsten uit arbeid moeten zijn verworven, gelet op de doelgroep, weggelaten. Concreet betekent de bepaling, zoals die thans is opgenomen, dat een lagere bijdrage wordt verstrekt bij een inkomen hoger dan: voor een echtpaar: f.1.842,50 netto per maand voor een alleenstaande: f.1.290,00 netto per maand. Het gaat hierbij om de jaardraagkracht, die volledig moet worden aangewend. Indien men derhalve een inkomen heeft van f.2.010,00 of meer per maand (en daarmee een draagkracht van f.167,50 per maand of f.2.000,00 per jaar) is er geen plaats voor een bijdrage. Met het opnemen van een inkomenstoets naast de in 1991 opgenomen vermogenstoets voldoet de regeling de facto aan de eisen die daaraan vanuit minimabeleid kunnen worden gesteld. Gezien de wijziging van de regeling, alsmede de verwachting van het aantal steunpuntwoningen in 1992, waarvoor in 1992 f150000te ramen. 2.2. Bijdrageregeling Drempelbedrag De bijdrageregeling drempelbijdrag bijzondere bijstand is een regeling in het kader van het Bredaas minimabeleid, op grond waarvan een Bredase burger, die kosten maakt voor bijzondere kosten als bedoeld in de Algemene Bijstandswet een bijdrage ontvangt in het door hem zelf jaarlijks te betalen drempelbedrag van f.180,00. De bijdrage bedraagt maximaal f.150,00. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 343