In 1991 werd overigens van deze regeling - evenals in 1990 - een intensief gebruik gemaakt, zoals uit onderstaand overzicht moge blijken. Totaal aantal ingediende aanvragen 1399 Aantal toekenningen 1209 Totaal aantal afwijzingen 99 Nog af te handelen 91 Voor 1991 was uitgegaan van een aantal aanvragen van 1500, waarvoor een bedrag van f.225.000,00 beschikbaar was gesteld. In totaal werd in 1991 uitgekeerd f152.98325 2.2.2. Het te voeren beleid in 1992 Tijdens de gehele behandeling van de decentralisatie van de bijzondere bijstand in de Tweede Kamer is het steeds een punt van discussie geweest tussen Kamer en regering of het drempelbedrag nu wel voor geschreven diende te worden. Nog op 7 mei 1991 werd een amendement ingediend, waarin werd voorgesteld Burgemeester en wethouders de bevoegdheid te geven het drempelbedrag lager vast te stellen dan wel het hanteren van een drempelbedrag geheel achterwege te laten. Het amendement kreeg onvoldoende steun zodat het betreffende artikel 18c is gehandhaafd. Dit artikel luidt - voorzover relevant - alsvolgt: 1. Geen bijstand als bedoeld in artikel 18a wordt verleend voorzover de aldaar bedoelde kosten over de periode van een jaar bedoeld in artikel 18b, derde lid het bedrag van 180,niet te boven gaan. Naar aanleiding van dit artikel kan de vraag gesteld worden of de redactie van het eerste lid betekent dat het drempelbedrag niet gevraagd behoeft te worden indien de kosten een bedrag van 180,te boven gaan. In de kamerstukken is voor deze uitleg geen steun te vinden. Er wordt niets meer beoogd dan handhaving van de systematiek van het drempelbedrag zoals dat ook thans van toepassing is. Deze opvatting kan worden afgeleid uit hetgeen gesteld is in de Nota naar aanleiding van het Eindverslag: "eigen bijdragen hebben in veel regelingen de functie om verantwoord gebruik van voorzieningen te bevorderen. Deze overweging geldt evenzeer voor bijstandsgerechtigden. Zij worden net als niet-bijstandsgerechtigden van tijd tot tijd geconfronteerd met bijzondere kosten, die tot een bepaald niveau uit de algemene normbijstand bestreden moeten kunnen worden. Wel dient de gevraagde eigen bijdrage afgestemd te zijn op het voor de bijstandsgerechtigden geldende inkomensniveau. Dit laatste wordt bereikt door middel van het landelijk voorgeschreven drempelbedrag van thans 180,per jaar" (TK, 1990- 1991, 21 644, nr.9 pag 10). Conclusie: ingeval bijstand voor bijzondere kosten noodzakelijk is, dient de betrok-kene - los van de aanwezige draagkracht - een maal per jaar het drempelbedrag in rekening gebracht te worden, met uitzondering van de in artikel 18c genoemde situaties. In vergelijking met de huidige situaties ontstaat dus in een groot 3

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 344