2.6. Schuldhulpverlening
2.6.1. Het gevoerde beleid in 1991
In het kader van het Bredase minimabeleid is de schuldhulpverlening
een belangrijk element. Voor deze vorm van hulpverlening is een
afzonderlijke afdeling bij de Gemeentelijke Kredietbank in het leven
geroepen welke zich bezighoudt met schuldbemiddeling en
schuldsanering. Bij schuldsanering wordt een krediet aan de betrokkene
verstrekt via de GKB, waarmee de schulden volledig dan wel gedeel
telijk tegen finale kwijting worden betaald.
Met betrekking tot de schuldsaneringen kan het mogelijk zijn, dat de
betrokkene geen krediet kan verkrijgen via de GKB. In bijzondere
situaties kan dan in zo'n geval hulp verleend worden uit het Bredaas
Steunfonds. Op dit Bredaas Steunfonds kan geen rechtstreeks beroep
worden gedaan door de betrokkene, maar door de hulpverlener van de
GKB. De beslissing tot toekenning van hulp uit het Steunfonds - al of
niet in de vorm van borgtocht - wordt genomen door de directeur van de
GSD namens Uw college, gehoord de schuldencommissie.
2.6.2. Overzicht van de af te handelen aanvragen 1991
Werkvoorraad op 1-1-199
120
Ingekomen aanvragen in 1991
1050
Afgehandeld in 1991
1066
Bezien we deze cijfers in het licht van de verschillende
hulpverleningsmogelijkheden van de Gemeentelijke Kredietbank,dan
ontstaat het volgende beeld:
Soort
Aantal
Afwijzingen
113
Saneringskredieten
392
Bemiddelingen
181
Budgetteringen
62
Steunfonds
47
Verwijzingen
7
Advies en Informatie
243
Budgetbeheer
18
Totaal
1066
2.6.3. Het te voeren beleid in 1992
De schuldhulpverlening is in veel Nederlandse gemeenten een belangrijk
aspect van het minimabeleid. Bij de behandeling van het wetsvoorstel
inzake de decentralisatie is met name de schuldhulpverlening en de
onmogelijkheden van de Algemene Bijstandswet aan de orde geweest.
Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat de staatssecretaris op 22
maart 1991 een tweede nota van wijziging indiende waarin werd voorzien
in een nieuwe artikel lb in de Algemene Bijstandswet.
11