Uitgangspunt is dat schulden niet behoren tot de noodzakelijke kosten van het bestaan als bedoeld in de Algemene Bijstandswet. Hierop zijn echter 3 uitzonderingen, welke genoemd worden in het tweede lid van dat nieuwe artikel lb ABW, waarvan met name de subleden a en b van belang zijn: "In afwijking van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders: a. bijstand ter voorziening in de bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan verlenen in de vorm van borgtocht, indien het verzoek van belanghebbende tot verlening van een saneringskrediet door een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet op het consumentenkrediet (Stb. 1990, 395) is afgewezen vanwege diens beperkte mogelijkheden tot terugbetaling en de borgtocht noodzakelijk is om de krediettransactie alsnog doorgang te doen vinden; b. bijstand ter voorziening in de bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan verlenen indien daartoe zeer dringende redenen bestaan en de in onderdeel a genoemde mogelijkheid geen uitkomst biedt;" Geconstateerd mag worden, dat de nieuwe bepaling in artikel lb van de Algemene Bijstandswet meer mogelijkheden biedt voor schuldhulpverlening dan tot nu toe het geval was. Nagegaan dient nu te worden in hoeverre het Bredaas Steunfonds gehandhaafd dient te blijven. 2.6.4 Aangezien schuldbemiddeling een activiteit is, waarbij aan de hulpbehoevende geen financiële middelen ter beschikking behoeven te worden gesteld, zal deze vorm van schuldhulpverlening ook in de toekomst gehandhaafd dienen te blijven, aangezien zowel thans als in de toekomst de Algemene Bijstandswet hierin geen taak heeft. Deze vorm van hulpverlening zal niet alleen voor mensen met een minimuminkomen van belang zijn, maar ook voor burgers met een inkomen boven het minimumniveau Ten aanzien van schuldsanering zijn er drie situaties denkbaar: 1. de hulpbehoevende kan de schulden gesaneerd zien door middel van een krediet van de Gemeentelijke Kredietbank; 2. de schulden worden gesaneerd door een krediet van de GKB, waarbij een borgstelling plaats vindt vanuit het Steunfonds. 3. De schulden worden gesaneerd door een gift uit het Steunfonds, aangezien een saneringskrediet door de GKB niet mogelijk is, gelet op de situatie van de betrokkene; Bezien we deze 3 mogelijkheden tegen de achtergrond van de decentralisatie dan kunnen de volgende oplossingen worden gevonden: 1. de eerste situatie blijft hetzelfde: de GKB verstrekt een schuldsaneringskrediet 2. de tweede situatie wijzigt: de GKB geeft een schuldsaneringskrediet en de GSD geeft bijzondere bijstand in de vorm van een borgtocht; 3. de derde situatie wijzigt: indien er dringende redenen zijn en de eerste twee mogelijkheden geen uitkomst bieden, kan bijstand verleend worden als bijzondere bijstand. Conclusie: de mogelijkheden, welke thans in het kader van het Bredaas Steunfonds worden geboden, kunnen sedert 1 augustus 1991 plaatsvinden 12

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 353