gemeente Breda
RAADSVOORSTEL 1992 73
Registratie nr 927916767
Dienst/afdeling OW/VHV
Bijlage -
BETREFT VASTSTELLEN HOOFDCONCLUSIES VAN HET EVALUATIE-ONDER-
INLEIDING
Op 16 augustus 1989 en 6 december 1989 is het zogenaamde inplaat-
singsbeleid bij woningtoewijzing uitgebreid onderwerp van be
spreking geweest in de raadscommissie volkshuisvesting. Op grond
hiervan heeft uw raad op 21 december 1989 besloten tot het doen
van een experiment met inplaatsingsbeleid bij woningtoewijzing
in 1991.
Een van de voorwaarden hierbij betrof het evalueren van het ex
periment na afloop van het experimentjaarDeze evaluatie, uit
gevoerd door het Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurs
kunde (OTB) uit Delft treft u bij deze aan.
VOORSTEL
1. Het rapport Evaluatie experiment inplaatsing Breda voor
kennisgeving aan te nemen.
2. De hoofdelementen van het experiment inplaatsing tot
onderdeel te maken van de reguliere verdelingsregels, waarmee
het inplaatsingsbeleid als vierde hoofdlijn voor een nieuwe
verdelingssystematiek wordt aangemerkt.
3De aanbevelingen van het OTB in de uitwerking van een en
ander te verwerken.
4. Een concreet voorstel tot uitvoering van het voorgaande,
opgesteld in overleg met de woningbouwverenigingen, tegelijk
met de overige uitvoeringsvoorstellen naar aanleiding van de
notitie "Woonruimteverdeling in de jaren negentig" af te
wachten
MOTIVERING/TOELICHTING
De evaluatie van het OTB
Enkele van de belangrijkste conclusies uit het
evaluatieonderzoek van het OTB zijn:
Het experiment heeft er niet toe geleid dat er meer kandida
ten door de woningbouwverenigingen zijn geweigerd.
Het is niet mogelijk gebleken om duidelijke conclusies te
trekken over de effecten van het experiment op de leefbaar
heid in buurten.
Zowel door de woningbouwverenigingen als door de woningzoe
kenden wordt de werkwijze met bufferlijsten en intake-gesprek-
ken als positief ervaren.
ZOEK NAAR HET EXPERIMENT INPLAATSINGSBELEID BIJ
WONINGTOEWIJZING EN DE CONSEQUENTIES VOOR HET
BESTAANDE WOONRUIMTEVERDELINGSBELEID
Enige nuanceringen hierbij