RAADSVOORSTEL vervolg 8 3. Na 2 jaar de inzet van middelen te evalueren. Voortzetting van de opvang afhankelijk te stellen van de evaluatie zowel als van de beschikbare middelen(decentralisatie van de stimuleringsgelden) MOTIVERING/TOELICHTING In nauw overleg met de Stichting Basiseducatie is een voorstel uitgewerkt waarmee wordt voorzien in activiteitengebonden kinderopvang voor een aantal wijken in Breda. In het voorstel is gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de Stimuleringsmaatre gel Kinderopvang biedt. Daarbij is gekozen voor de wijken waar kinderopvang als het meest noodzakelijk wordt ervaren en waar bovendien de opvang practisch, op korte termijn, op het gewenste niveau te realiseren is. In twee wijken (Brabantpark en Kesteren/Muizenberg) wordt samengewerkt met het sociaal-cultu reel werk waar zogenaamde integratie-c.q. toeleveringsactivitei ten plaatsvinden. Deze samenwerking is in het voorstel meegeno men. Het voorstel is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Er moeten minimaal twee begeleiders per groep zijn, waarvan één ter zake kundig (leid(st)er kinderopvang). De accommodatie moet kwalitatief voldoen aan eisen gebaseerd op de verordening kinderopvang m.b.t. peuterspeelzalen. Groepen mogen maximaal 15 kinderen bedragen waaronder maxi maal 4 kinderen onder 1 jaar. De maximale kosten, na aftrek van ouderbijdragen en overige inkomsten, moeten passen binnen de regelgeving van de stimu leringsmaatregel, in concreto maximaal f 60.049,00. De Stichting Basiseducatie regelt de kinderopvang op basis van bijgevoegde berekening. Andere instellingen worden in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van de onbenutte kindplaatsen mits instellingen en ouders naar evenredigheid bijdragen in de financiering. Deze gemeente staat garant voor een eventueel tekort als de bezetting van gemiddeld 12 kinderen per groep niet gehaald wordt. Dit tekort zal maximaal f 10.000,op jaarbasis bedragen en wordt in 1992 volledig afgedekt binnen de stimuleringsmaatregel. Dekking voor 1993 wordt gevonden binnen de budgetten voor kinderopvang en minderheden (MDSO/Welzijn) Indien de uitgaven minder blijken dan geraamd, zal in overleg tussen de Stichting Basiseducatie en de dienst Welzijn besloten worden de overige middelen aan te wenden voor overige kinderopvangvoorzieningen of voor uitbreiding van activiteitengebonden kinderopvang Na 2 jaar wordt de inzet van middelen geëvalueerd. Voortzet ting van de opvang wordt afhankelijk gesteld van de evaluatie en de beschikbare middelen (decentralisatie van de stimule ringsgelden) Berekening van de kosten en de voorgestelde dekking van de opvang is als bijlage toegevoegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 44