VERSLAG VAN DE HOORZITTING OVER HET VERZOEK TOT PLAATSING VAN DE MOLEN DE HOOP OP DE RIJKSMONUMENTENLIJST. datum: 2 7 maart 19 92 Aanwezig: de heer H.J.N. Theeuwes, eigenaar; de heer C. van Oosterhout, namens de Kontakt Kommis sie Princenhage/werkgroep Monumenten; de heer N.J. Schrama, hoofd sector cultuur, gemeente Breda (voorzitter) de heer mr. W. Bakx, juridisch medewerker gemeente Breda; de heer W. Oomens, beleidsmedewerker monumenten ge meente Breda (verslag) De voorzitter opent om 16.00 de bijeenkomst en heet de aanwe zigen welkom. Hij verklaart dat het college van Burgemeester en Wethouders heeft besloten de hoorzitting over het verzoek tot plaatsing van de molen De Hoop, Liesboslaan 35 te Breda, te laten plaatsvinden en de heren Bakx, Oomens en Schrama heeft ver zocht hem te doen vertegenwoordigen. Vervolgens geeft de voorzitter inzicht in het verloop van de procedure en deelt mee dat binnen één week na de zitting aan de deelnemers het verslag van de bijeenkomst ter goedkeuring zal worden voorgelegd. Hierna stelt de voorzitter de heer Theeuwes in de gelegenheid zijn mening over het verzoek tot plaatsing kenbaar te maken. De heer Theeuwes verklaart als liefhebber van molens geen be zwaar te hebben tegen plaatsing van de molen op de rijkslijst van monumenten en spreekt de hoop uit, dat de molen ook opge knapt gaat worden. Hij wil aan het verzoek tot plaatsing medewerking verlenen, maar stelt wel dat hij als eigenaar een economisch belang heeft en de molen wil verkopen. Hij is van oordeel dat de ge meente Breda hem met de molen heeft 'laten zitten'. Het ver zoek tot plaatsing mag de verkoop van de molen niet in de weg staan. Tot nu toe is gebleken, dat het bezwaar bij de verkoop is ge legen in het gegeven, dat als de molen behouden moet blijven er geen sluitende exploitatie is te vinden. Als de molenromp gesloopt mocht worden levert de verkoop geen enkel bezwaar op. Maar als het enigszins mogelijk is, moet de molen behouden blijven. Naar aanleiding van de verklaring van de heer Theeuwes deelt de voorzitter mee, dat het college van Burgemeester en Wethou ders aanstaande dinsdag, 31 maart, nadere besluiten zal nemen en er naar verwachting meer duidelijkheid zal ontstaan over de mogelijkheden tot behoud. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer van Oosterhout als vertegenwoordiger van de Kontakt Kommissie Princenhage/werk groep Monumenten, de indiener van het verzoek tot plaatsing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 484