- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg 106
laan in vergelijking met het voorheen planologisch toegestane op grond van
de bestemming "sportterreinen" een waardedrukkende invloed op de woningen
van verzoek(st)ers uitgaat c.q. uitging(Montenslaan 5). Voor de vaststel
ling van de omvang van de schade is in het algemeen bepalend het waardever
schil van het betrokken onroerend goed onmiddellijk voorafgaande en direct
na het tijdstip waarop de planologische wijziging heeft plaatsgevonden, in
casu het vrijstellingsbesluit ex artikel 19 W.R.O. van 23 oktober 1983. De
commissie waardeert het onroerende goed bij levering vrij van huur en/of
gebruiksrechten van belanghebbenden naar het prijspeil van oktober 1983
voor de vestiging van het woonwagencentrum
Waardering onroerend goed van belanghebbenden respectievelijk voor en na de
realisering van de woonwagenlokatie
voor na waardevermindering
Beethovenlaan 6 450.000,-- 425.000,-- 25.000,--
Ruitersboslaan 74 445.000,-- 395.000,-- 50.000,--
Montenslaan 5 400.000,-- 360.000,-- 40.000,--
De commissie is van oordeel dat de geconstateerde waardedalingen alleen hun
oorzaak vinden in de op grond van artikel 19 W.R.O. mogelijk geworden
bebouwing
De commissie adviseert deze bedragen toe te wijzen aan belanghebbenden,
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het ingekomen
verzoek nu dit eerst geruime tijd na het vrijstellingsbesluit ex artikel 19
WRO werd ingediend. Met betrekking tot de door belanghebbenden gememoreerde
wijziging in de waardebepaling voor de heffing O.G.B. is de commissie van
oordeel conform constante jurisprudentie, dat voor de waardebepaling in het
kader van de heffing O.G.B. andere maatstaven (mede) een rol spelen,
waardoor deze waardebepaling en eensgelijke wijziging daarin niet van
belang zijn voor de waardebepaling en schadevergoeding op de voet van
artikel 49 W.R.O.
Met betrekking tot de ingediende verzoeken van de woonwagenlokatie aan de
Rijnauwenstraat komt de adviescommissie tot het volgende oordeel. Ook deze
lokatie is ingericht op grond van een onherroepelijk geworden vrijstel
lingsbesluit ex artikel 19 W.R.O. (gedateerd 8 maart 1983) De schadebeoor-
delingscommissie heeft onderzocht of belanghebbenden door de planologische
wijziging in een nadeliger positie zijn komen te verkeren. Voorheen gold
ter plaatse ingevolge het bestemmingsplan IJpelaar 1966 de bestemming
"gronden bestemd voor recreatieve doeleinden"Op grond van deze bestemming
was bebouwing van de huidige woonwagenlokatie aldaar niet te verwachten.
Belanghebbenden zijn in een minder gunstige situatie komen te verkeren door
de bebouwing van een eertijds voor recreatieve doeleinden bestemd terrein
(geen bebouwing toegelaten)welke bebouwing op grond van genoemd artikel
19 W.R.O.-besluit gerealiseerd kon worden. Overwegingscriteria ter beoorde
ling dat er sprake van planschade is zijn afstand van de woning tot de
bebouwing, de aard van de bebouwing, de bouwmassa en de ruimtelijke invloed
van bedoeld centrum op de directe omgeving.
Vast moet komen te staan dat de onderwerpelijke bebouwing heeft geleid tot
een objectief vast te stellen waardedaling. Met andere woorden: in het
geval een willekeurige redelijk handelende aspirant-koper ten gevolge van
de opgerichte bebouwing slechts bereid zal zijn een lagere prijs te betalen
voor de woning c.a. dan hij had willen betalen in de voormalige situatie,
waarin sprake was van uitzicht op grasveld en struiken. De commissie stelt