- 2 - RAADSVOORSTEL vervolg 117 dient zij zich te beperken tot een voorwaardenscheppend beleid? Ten behoeve van de aanpak van knelpunten in de verschillende wijken en buurten van Breda zijn onder andere Tuinzigt en Heuvel door de gemeente aangewezen als buurten die in aanmerking komen voor stadsvernieuwing en is onder andere Brabantpark aangewezen als buurt die in aanmerking komt voor buurtbeheer. De aanpak in deze buurten wordt gekenmerkt door een zogenaamde integrale aanpak, hetgeen inhoudt dat de knelpunten voor een bepaalde buurt in z'n totaliteit worden geinventariseerd en niet beperkt blijven tot een of enkele aandachtsvelden. Het doel van stadsvenieuwing en buurtbeheer is het verbeteren c.q. behouden van het woon-en leefklimaat in de betreffende buurt. De detailhandelsstructuur in die buurt draagt daar voor een belang rijk deel aan bij Mede op basis van de aanpak in Tuinzigt wordt in dit beleidsplan de aanbeveling gedaan gemeentelijke initiatieven ten behoeve van een herstruc turering van de detailhandelsstructuur op buurt-en wijkniveau te koppelen aan de activiteiten van de gemeente die plaatsvinden in het kader van stadsvernieuwing of buurtbeheer. In concreto betekent dit dat de aandacht in de periode 1992 - '1997 gericht dient te zijn op de detailhandelsstruc tuur in Tuinzigt, Heuvel en Brabantpark. Omdat niet alle buurten van Breda tegelijkertijd aangepakt kunnen worden en het gemeentelijk instrumentarium beperkt is wordt geadviseerd initiatieven tot herstructurering in de andere buurten vooralsnog over te laten aan derden en de rol van de gemeente hier te beperken tot een toetsende functie. Op basis van de ervaringen in Breda-oost wordt tevens geadviseerd, gekop peld aan een herstructurering van de detailhandel, voor de zogenaamde perspectiefarme centra in de desbetreffende buurten een herontwikkelingsbe- leid te ontwikkelen om negatieve imagovorming rond deze centra te voorko men. Met andere woorden: wat zijn de herinvullingsmogelijkheden voor de wat betreft de detailhandel af te bouwen winkelcentra? Wat betreft het instrumentarium voor een herstructurering staat de gemeente Breda momenteel twee middelen ter beschikking: het fonds stadsvernieuwing en het bestemmingsplan. In het beleidsplan wordt een aantal PPP-construc- ties genoemd die ondermeer als suggestie in het rapport Breda-oost dat in 1989 door het IMK-Nederland is opgesteld, zijn opgenomen. Aanbevolen wordt deze PPP-constructies in overleg met de daartoe geeigende gemeentelijke disciplines alsook door navraag naar de ervaringen bij andere gemeenten te toetsen op hun haalbaarheid en realiteitsgehalte. CONSEQUENTIES GEEN INSPRAAK De volgende instanties zijn benaderd voor advies: - De Contactcommissie Middenstand en Grootwinkelbdrijven Breda (MGB), de overkoepelende ondernemersorganisatie waarvan de Kamer van Koophandel het secretariaat vervult; - Het Rijksconsulentschap voor Economische Zaken in Noord-Brabant; - De Gemeentelijke Ouderenadviesraad; - De Vrouwen Advies Commissie voor de Woningbouw.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 585