- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg 117
Ten behoeve van het inwinnen van advies bij de ondernemersverenigingen op
buurt-en wijkniveau in Breda is formeel de overkoepelende organisatie voor
de detailhandel in Breda, de MGB, benaderd. De meeste ondernemersverenigin
gen uit Breda zijn bij de MGB aangesloten. Tijdens een plenaire vergadering
van de MGB, waarvoor naast de aangesloten ondernemersverenigingen ook de
niet-aangesloten en verspreide ondernemers waren uitgenodigd, heeft de
dienst EZW samen met Statistiek en Onderzoek een toelichting op het
beleidsplan en de te volgen procedure verzorgd. De niet vertegenwoordigde
winkelcentra hebben een rapport toegezonden gekregen met het verzoek hun
reactie aan de MGB kenbaar te maken. De MGB heeft de reacties van de
verschillende ondernemersverenigingen verwerkt tot de reactie van de MGB.
INSPRAAK
MGB
De Contactcommissie MGB kan instemmen met de gekozen beleidsaanbevelingen
maar plaatst de volgende kanttekeningen:
- tijd en moeite (zes jaar) staan niet in verhouding tot het resultaat;
- de nota heeft een globaal beschrijvend en procedureel karakter; de
oplossingen voor gesignaleerde knelpunten worden doorgeschoven;
- een duidelijke visie op de toekomst van de buurt- en wijkwinkelcentra
ontbreekt; de MGB acht een dergelijke visie voor de op te stellen grote
bestemmingsplannen essentieel;
Reactie.
Ook de gemeente Breda is van mening dat het tot stand komen van de nota
lange tijd op zich heeft laten wachten. Dit betekent niet dat het opstellen
van dit beleidsplan lage proiriteit had bij de gemeente. Juist vanwege de
complexe problematiek heeft, mede op basis van de ervaring in Breda-oost
een zorgvuldige afweging plaatsgevonden over welke rol de gemeente Breda
bij het herstructureringsproces in de detailhandel kan spelen. Dit heeft er
toe geleid dat de nota begin 1992 gereed is gekomen. Niettemin zijn wij van
mening dat de nota wel degelijk tot resultaat heeft geleid, gelet op de
reacties van de ondernemers tijdens de toelichtingsavond en de reactie van
de MGB op de nota.
Er is bij het tot stand komen van de nota bewust gekozen voor het niet
presenteren van een duidelijke visie op de buurt-en wijkwinkelcentra in
Breda. De gemeente Breda heeft dit in 1988 gedaan voor de winkelvoorzienin
gen in Breda-oost. Gelet op de reacties van de ondernemers uit Breda-oost
heeft de gemeente in overleg met de MGB gekozen voor een andere aanpak.
Het karakter van de beleidsnota is mede gebaseerd op de ervaring in
Tuinzigt, waar in het kader van de stadsvernieuwingsoperatie een onderne
mersplatform is geformeerd dat optreedt als belangrijke gesprekspartner van
de gemeente om in deze buurt een versterkt buurtwinkelcentrum te realise
ren. Deze aanpak verloopt tot nu toe tot een ieders tevredenheid, ook die
van de MGB. Vandaar dat gekozen is om de aanpak van de detailhandelproble-
matiek op buurt-en wijkniveau te koppelen aan stadsvernieuwingsactivitei
ten.
Dat Tuizigt, Heuvel en Brabantpark onder de volle aandacht van de gemeente
staan moge duidelijk zijn uit de activiteiten die momenteel gaande zijn in
deze buurten, waarbij de MGB nauw betrokken is.
In de begrippenlijst van het beleidsplan is een omschrijving van buurtwin
kelcentrum en wijkwinkelcentrum opgenomen.