- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 118
MOTIVERING/TOELICHTING
1. Definitieve vaststelling subsidie 1991:
1.1. Algemeen
Voor het jaar 1991 is aan de Stichting Leerwerkplaatsen een subsidie van f
872.586,- beschikbaar gesteld, zijnde het maximaal te verwachten exploita
tietekort over dat jaar.
Ten behoeve van de definitieve vaststelling van deze subsidie heeft de
Stichting Leerwerkplaatsen een jaarverslag en een financiële eindafrekening
over 1991 ingediend, voorzien van een verklaring van een registeraccoun
tant.
1.2. Resultaten 1991 - inhoudelijke verantwoording
Uit het jaarverslag kan de conclusie worden getrokken dat de leerwerkplaat
sen in het tweede jaar van hun bestaan veel energie hebben gestoken in het
versterken en uitbreiden van de contacten met doorverwijzende instellingen
en de contacten met vervolgonderwijs en bedrijfsleven. Hierdoor is een
efficiënt netwerk van" contacten ontstaan hetgeen een belangrijke voorwaarde
is gebleken om goede resultaten te kunnen behalen met deze moeilijke groep
werklozen richting werk en/of vervolgopleiding. Het in 1991 aanstellen van
een instroom- en een uitstroombegeleider bij het Centraal Bureau van de
stichting heeft hier zeker toe bijgedragen.
In september 1991 zijn de leerwerkplaatsen naast de reguliere programma's -
vooralsnog op kleine schaal (6 uur per week) - gestart met sociale vaardig
heidsprogramma's, omdat gebleken is dat het opdoen van technische vaardig
heden alléén niet voldoende is om zelfstandig in de maatschappij te kunnen
functioneren. Belemmeringen tengevolge van sociaal/culturele achtergronden
en belemmeringen in de persoonlijke ontwikkeling van een deelnemer kunnen
er toe leiden dat de opgedane kennis en vaardigheden teniet gedaan worden
of dat een verdere ontplooiing wordt ver-/gehinderd.
Ten aanzien van de resultaten met betrekking tot de deelname aan de
verschillende programma's wordt kortheidshalve verwezen naar het jaarver
slag.
Aangezien in 1991 gekozen is voor een andere manier van registreren dan in
1990 zijn niet alle cijfers over deze jaren met elkaar te vergelijken.
Wat in vergelijking met 1990 opvalt is dat een groter aantal deelnemers is
bereikt (350 in 1991 ten opzichte van 305 in 1990). Deze stijging is
voornamelijk toe te schrijven aan een aantal speciale programma's (Arbeids
oriëntatieproject voor meisjes, Technica 10 en Nos-cu-nos) die de leerwerk
plaatsen naast hun reguliere programma-aanbod hebben gedraaid.
Qua opleidingsniveau en qua leeftijdsopbouw van de deelnemers zijn er geen
grote' wijzigingen te constateren. Dit geldt evenzeer voor de verhouding
mannen/vrouwen 59%/41%)
Ten aanzien van de deelname van allochtonen kan vastgesteld worden dat deze
in 1991 in vergelijking met 1990 ongeveer gelijk gebleven is (ruim 60%).
Uit de uitstroomcijfers blijkt dat bijna 38% van de deelnemers is uitge
stroomd naar werk en/of een arbeidsmarktgerichte vervolg)opleidingPer 31
december 1991 waren nog 148 deelnemers (42,3%) bezig met diverse program
ma's.