RAADSVOORSTEL vervolg 10
Relatie tussen woningbouwprogramma 1992 en budgetbrief 1992
De harde plannen van 1992 vragen een beslag op de verschil
lende budgetten. Omdat de projecten nog in ontwikkeling zijn
kan er in dit stadium alleen maar bij benadering een aantal
woningen per project worden opgenomen. De aantallen kunnen
nog in beperkte mate af- en toenemen. Om deze benodigde
flexibiliteit in het woningbouwprogramma te waarborgen is er
bij de bepaling van de deelbudgetten een marge van 10% van
het aantal woningen in dat deelbudget opgenomen.
Gezien wat er in de komende jaren aan bouwactiviteiten in de
stadsvernieuwingswijken Tuinzigt en Heuvel en in de Binnen
stad te wachten staat, is het noodzakelijk daar nu al voor te
sparen in het budget voor de sociale sector, het budget voor
plaatselijk verschillende omstandigheden en het budget voor
huurverlagingstoeslagen. De woningbouwprogramma's 1992 en
1993 vindt u in de bijlagen 1 en 2
Verdeelvoorstel
Het woningbouwprogramma 1992 (bijlage 1) is de onderlegger
voor het voorgestelde verdeelbesluit
4.1 Budget sociale sector
aantal normbudget budget
sociale huur 10% 411 x 30.000 12.699.900
sociale koop 10% =40 x 39.250 1.570.000
hoogniveau renovaties 10% =11 x 30.000 339.900
Totaal 462 14.609.800
Toegekend door het ministerie van VROM, volgens de budget-
brief 20.707.947,00. In 1992 kan er dus 6.000.000,00
gespaard worden, dat is 29% van het budget. Er is totaal
beschikbaar voor de projecten 14.707.947,00 (dit bedrag is
hoger dan het normbudget x aantal woningen. Hiermee kunnen
kleine renteschommelingen en hogere toekenningen bij de
inkomensafhankelijke subsidies opgevangen worden)
4.2 Budget huurwoningen van beleggers en premiewoningen
aantal bijdrage budget
premiehuurbeleggers 20 x 10.000 200.000
premiewoningen 87 x 5.000 435.000
totaal
127 budgeteenheden 635.000