gemeente Breda
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1992 1 2k
927002104
WLZ/CULTUUR
2
BETREFT VASTSTELLING MEERJARENPROGRAMMA 1998 IN HET KADER VAN HET
BESLUIT RIJKSSUBSIDIERING RESTAURATIE MONUMENTEN.
INLEIDING
Ieder jaar dient de gemeenteraad een restauratieprogramma vast te stellen
in het kader van het Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten
(BRRM). Thans is de jaarschijf 1998 aan de orde. Op grond van de indiening
van deze jaarschijf stelt de minister van Welzijn, Volksgezondheid en
Cultuur het budget vast, waarover de gemeente kan beschikken ten behoeve
van restauraties van monumenten welke op de Rijkslijst zijn geplaatst.
De planperiode kent een cyclus van zes jaar. Dit houdt in dat de minister
de gemeente in 1993 een budget toekent, dat in 1998 zal worden uitgekeerd
indien er restauratieprogramma's zijn ingediend. Met andere woorden, vanaf
1 januari 1993 kunnen tot aan 1 april 1998 restauratieprogramma's worden
ingediend ten laste van de jaarschijf 1998. Het op basis van deze jaar
schijf toegekende subsidie zal in 1998 betaalbaar worden gesteld.
1. Het meerjarenprogramma 1998 in het kader van het Besluit Rijkssubsidi
ëring Restauratie Monumenten vast te stellen.
MOTIVERING/TOELICHTING
Het meerjarenprogramma bevat een overzicht van de in technische zin matige
of slechte monumenten welke voor restauratie in aanmerking komen en tevens
een indicatie van de kosten van deze restauraties. De ingediende bedragen
voor restauraties zijn hoger dan het uiteindelijke jaarbudget dat door de
minister wordt toegekend. Dit wordt gedaan om in aanmerking te komen voor
een re-allocatie van middelen, welke ontstaat als gemeenten restauratiegeld
overhouden van een toegekend jaarbudget en de gelden conform het bepaalde
in de BRRM terugvloeien naar het Rijk.
Het totale beschikbare budget komt steeds meer onder druk te staan.
Enerzijds worden steeds meer meerjarenplannen en meerjarenprogramma's
ingediend, waardoor het stuwmeer van te restaureren objecten steeds groter
wordt, Dit heeft tot gevolg dat het budget per gemeente kleiner wordt,
omdat eenzelfde bedrag onder een groter aantal aanvragers verdeeld moet
wordt. Anderzijds heeft de minister per 1 januari 1992 de totale jaarbud
getten vanaf 1996 structureel met 4,5 miljoen gekort in het kader van
bezuinigingen. Thans wordt via de VNG nagegaan of deze korting per 1-1-1992
terecht is. Voor het jaarbudget 1998 heeft dat consequenties welke voor de
gemeente Breda circa 6% bedragen. De minister moet ons college daarover nog
definitief berichten. Zodra het besluit bekend is zullen wij dat aan uw
raad ter kennis brengen.
De opzet van de jaarschijf 1998 wordt grotendeels bepaald door reeds
aangegane verplichtingen.
Deze betreffen:
1. Laurentiuskerk (Ginneken)
2. Martinuskerk (Princenage)
De restauratie van de Laurentiuskerk is inmiddels voltooid. Binnen afzien
bare tijd zal uw college de eindverantwoording ontvangen. Daaruit zal
blijken dat dekking van de uiteindelijke restauratiekosten nog in het
budget 1998 moet worden opgenomen.
VOORSTEL
De restauratie van de Martinuskerk is nog gaande. Reeds nu kan vastgesteld