- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg 1 1
Overigens is in artikel 14, lid 2, van de bouwverordening
bepaald dat indien ingevolge lid 1 geen bouwvergunning is
vereist, het niettemin verboden is te bouwen in strijd met de
voorschriften van een bestemmingsplan.
Wat de hoedanigheid en het gebruik van het bouwwerk betreft nog
het volgende.
Ter hoorzitting is namens appellante beaamd dat ter plaatse en
met gebruikmaking van de van het bouwwerk deeluitmakende zelfbe
dieningsinstallatie koopovereenkomsten worden gesloten. Hiermee
wordt bevestigd dat het hier om een verkooppunt van motorbrand
stoffen gaat. Verder is tijdens de zitting komen vast te staan
dat de kring van gebruikers zich tenminste ook uitstrekt tot
mensen die op de veiling komen, in welke hoedanigheid dan ook.
Hiermee wordt aangetoond dat aan het bestemmingsplanvereiste van
een functionele binding van het verkooppunt met de veiling
- staat uitsluitend tanken bij tot het wagenpark van de veiling
behorende voertuigen toe - niet wordt voldaan. Overigens zou bij
het aanwezig zijn van een dergelijke functionele binding waar
schijnlijk kunnen worden volstaan met één enkel tappunt en zou
betaling, die nu plaats vindt met een creditcard, achterwege
kunnen blijven.
De commissie komt tot de conclusie dat het tegen de geweigerde
bouwvergunning ingestelde beroep ongegrond dient te worden
verklaard.
CONSEQUENTIES
Geen.
INSPRAAK
Geen.
COMMISSIEBEHANDELING
De commissie volkshuisvesting en bouw- en woningtoezicht kan
zich met dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
loco-secretaris.
gemeester