- 4 -
RAADSVOORSTEL vervolg /1 28
11. Fam. J. van Son, Heerbaan 157, 4817 NK Breda - bij brief de dato
9 december 1991, ingekomen op 10 december 1991;
12. Mevrouw A. Vriens, Heerbaan 153, 4817 NK Breda - bij brief de dato
9 december 1991, ingekomen op 10 december 1991;
13. J.J.J.M. de Bont, Heerbaan 155, 4817 NK Breda - bij brief de dato
9 december 1991, ingekomen op 10 december 1991;
14. A.W. Both, Heerbaan 147, 4817 NK Breda - bij brief de dato 9 december
1991, ingekomen op 10 december 1991;
15. R.J. Elshout, Heerbaan 151, 4817 NK Breda - bij brief de dato
9 december 1991, ingekomen op 10 december 1991;
1G. P.A.M. Doorakkers, Heerbaan 149, 4817 NK Breda - bij brief de dato
9 december 1991, ingekomen op 10 december 1991;
17. 10 bewoners van Groene Woud, p/a P.M.M. Luijkx, Groene Woud 74, 4834 BD
Breda - bij brief d.d. 6 december 1991, ingekomen op 12 december 1991;
18. Bewoners van Groene Woud 62/86, p/a Groene Woud 84, 4834 BD Breda - bij
brief ingekomen op 28 november 1991;
19. De Wijkraad Breda-Oost, p/a Wilderen 54, 4817 VG Breda - bij brief de
dato 5 december 1991, ingekomen op 12 december 1991;
20. Mr. J.J.F. Meynen van het advocatenbureau Jacobs Spiegel,
postbus 3404, 4800 DK Breda - namens de heer en mevrouw Koppe-Arkesteijn
bij brief de dato 10 december 1991, ingekomen op 12 december 1991;
21. Brabantse Milieufederatie, Postbus 591, 5000 AN Tilburg - bij brief de
dato 5 december 1991, ingekomen op 10 december 1991;
22. Aannemersbedrijf J.C. v.d. Broek B.V., Kapelstraat 111, 4817 NX Breda -
bij brief de dato 2 december 1991, ingekomen op 6 december 1991;
23. Bewoners Agaathstraat bij brief de dato 21 december 1991, ingekomen op
2 januari 1992.
Appellanten zijn in de gelegenheid gesteld om op 13 mei 1992 hun standpunt
mondeling toe te lichten ten overstaan van de commissie Ruimtelijke
Ordening, Verkeer en Vervoer. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt door
de appellanten sub 13, 15 en 16 alsmede door C. van Delft, Mr. Th.A.J.
Verster, P.M.M. Luykx, J.J. Fluijt en Mr. A. Groenenwoud namens respectie
velijk de appellanten sub 8, 14, 17, 19 en 20. Appellant onder 4 was niet
in de gelegenheid op de hoorzitting te verschijnen en heeft aan de voorzit
ter een schriftelijke toelichting ter hand gesteld. Aangezien deze toelich
ting evenwel geen betrekking heeft op het onderhavige bestemmingsplan is
deze door ons verder buiten beschouwing gelaten.
Uitsluitend de opmerkingen die nieuwe gezichtspunten hebben opgeleverd,
zijn expliciet bij de behandeling van de bezwaren vermeld.
