- 6 -
RAADSVOORSTEL vervolg 1 28
Ad 17 en 18
Appellanten maken bezwaar tegen het creëren van een doorgang van de
Valkenierslaan naar het Groene Woud. Appellanten sub 17 maken tevens
bezwaar tegen locatie W2 (Valkenierslaan/Fatimastraat)De bouw van 5 urban
villa's betekent volgens hen verlies van privacy en het verdwijnen van het
bestaande bomenbestand.
Ad 19
Appellant maakt bezwaar tegen locatie GB10 (Weilustlaan/Heusdenhoutse-
straat) en locatie GB11 (Heusdenhoutsestraat)aangezien naar zijn oordeel
aan dit onderdeel van het plan een stedebouwkundige visie ontbreekt en de
bouw van kantoren een ongunstig effect zal hebben op de sociale veiligheid.
Tevens maakt hij bezwaar tegen het feit dat door ons destijds ten onrechte
vergunning zou zijn verleend voor de bouw van de thans gerealiseerde
woningen op locatie W5 (Gastakker/Meent)
Ad 20
Appellant maakt bezwaar tegen locatie W7 (Besteveld)Hij is van oordeel
dat de omvang van het perceel te gering van omvang is voor de bouw van twee
vrijstaande woningen. Aangezien de voorgevels van de nieuw te bouwen
woningen op één lijn met de voorgevels van de bestaande woningen moeten
komen te liggen, zal de afstand tot de woning van bezwaarmaker uiterst
gering zijn. Voorts acht appellant de maatvoering te ruim en is hij van
mening dat plankaart en voorschriften onvoldoende rechtszekerheid bieden,
onder meer omdat de in de plantoelichting opgenomen randvoorwaarden geen
bindende kracht zouden hebben.
Ad 21
Appellante is van oordeel dat het bestemmingsplan tekort schiet op het punt
van de beheersing van de automobiliteit, met name bij ziekhuis- en kantoor
locatie GB6 (Claudius Prinsenlaan/Molengracht)
Overigens hebben wij de door appellant toegezegde schriftelijke motivering
van de bezwaren niet meer ontvangen.
Ad 22
Appellante stelt dat, ondanks de schriftelijke toezegging van ons college
de dato 31 mei 1990, het maximum bebouwingspercentage voor het bedrijven
terrein Aardenhoek wederom is gesteld op slechts 50% in plaats van de
toegezegde 60%.
Ad 23
Appellanten uiten hun ongenoegen over het effect van inspraak in het
algemeen
Behandeling van de bezwaren
Met betrekking tot de ingediende bezwaren merken wij het volgende op:
Adl
Dit bezwaar achten wij deels gegrond. De gastransportleiding zal door
middel van een aanduiding op de plankaart worden aangegeven. In de voor
schriften zal hieromtrent een bepaling worden opgenomen. Het gasontvangst-
station heeft reeds de bestemming "Bijzondere doeleinden - BD -".