- 7 -
RAADSVOORSTEL vervolg 128
Ad 2
Dit bezwaar achten wij gegrond. Deze straalpaden zullen door middel van een
aanduiding op de plankaart worden aangegeven. In de voorschriften zal
hieromtrent een bepaling worden opgenomen.
Ad 3
Het op de plankaart aangegeven bouwvlak GB3 wordt op de plankaart aangepast
en zal mede een gedeelte van het bouwvlak BD1 omvatten. De maximum bouw
hoogte van 12 m' zoals deze thans is voorgeschreven voor het tussen de
Mathenessestraat en Overakkerstraat gelegen gedeelte van het bouwvlak,
blijft gehandhaafd. Voor het resterende gedeelte van het bouwvlak wordt de
maximum bouwhoogte bepaald op 9 m'Gelet op de aanwezige bebouwing ter
plaatse achten wij het toestaan van een ruimere bouwhoogte uit stedebouw
kundig oogpunt niet aanvaardbaar.
De door appellant gewenste uitbreiding van het bejaardencentrum met een 30-
tal aanleunwoningen aan de Croystraat is geprojecteerd in een groene
geledingszone, die in de "Ontwikkelingsschets Lovensdijk" (mei 1988) wordt
gerekend tot de groene hoofdstructuur van de stad. Bij het opstellen van
het bestemmingsplan "Breda Zuid-Oost" heeft onder meer de continuïteit van
deze groene geledingszone c.q. het behoud de groene hoofdstructuur als
ruimtelijk uitgangspunt gegolden. Bebouwing in de groene hoofdstructuur is
derhalve uitgesloten.
Ad 4
Het inmiddels gerealiseerde kantoorgebouw van Woningbouwvereniging
St. Laurentius vormt ons inziens door zijn omvang en architectonische
uitstraling een goede afronding van de oostrand van IJpelaar. Voorts zijn
wij van oordeel dat het niet past bij het karakter van de bebouwing aan de
Loevesteinstraat een verbinding aan te brengen tussen dit kantoorgebouw en
de flat aan de Doenradestraat. Wij achten het bezwaar derhalve ongegrond.
Ad 5, 6, 7 en 8
Het bezwaar gericht tegen locatie GB11 achten wij ongegrond
In de Ontwikkelingsschets Lovensdijk (mei 1988)welke als basis heeft
gediend voor het bestemmingsplan "Breda Zuid-Oost", heeft de continuïteit
van de groenzones alsmede van de stedelijke structuur als uitgangspunt
gegolden. Door realisatie van de bebouwing op de locatie GB11 wordt, in
samenhang met de reeds gerealiseerde bebouwing op de locaties W5 en GB10,
de gewenste continuïteit van de stedelijke structuur bereikt.
Ad 6, 7, 8 en 9
In de Ontwikkelingsschets Zuid-Oost wordt deze locatie gekwalificeerd als
snippergroen en niet van belang geacht voor de groene hoofdstructuur.
Herbestemming is daarom wenselijk. In verband met de bestaande lintbe
bouwing aan de Meent verdient een bestemming ten behoeve van woningbouw uit
stedebouwkundig oogpunt de voorkeur.
Gelet op de lage verkeersintensiteit op de Meent, zal het toestaan van aan-
huis-gebonden beroepen naar alle waarschijnlijkheid geen aanleiding geven
tot verkeersgevaarlijke situaties. Niettemin achten wij het bezwaar van
appellanten op dit punt deels gegrond. In verband hiermee is thans de rege
ling met betrekking tot de aan-huis-gebonden beroepen in de bestemming
"Woongebied" geüniformeerd. De rechtstreekse mogelijkheid om tevens in
bijgebouwen op de percelen aan de Gastakker, de Meent en Besteveld (loca
ties W5, W6 en W7) een aan-huis-gebonden beroep uit te oefenen is komen te
vervallen.