- 8 - RAADSVOORSTEL vervolg 128 Daartoe is op pagina 57 van de toelichting de zinsnede "met de mogelijkheid van een aan-huis-gebonden beroep in hoofd- en bijgebouwen" geschrapt. Dit betekent dat voor genoemde locaties dezelfde regeling geldt als voor de overige woningen binnen het plangebied. Deze komt erop neer dat de uitoefe ning van een aan-huis-gebonden beroep in beginsel uitsluitend is toegestaan in het hoofdgebouw en, pas nadat hiervoor door ons vrijstelling is ver leend, in een bijgebouw. Voorts is de beschrijving in hoofdlijnen in artikel 4 zodanig aangepast, dat de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep in het hoofdgebouw uitsluitend is toegestaan, indien daardoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan het woonmilieu en het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten tengevolge waarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodza kelijk worden. Ad 10 t/m 16 Het planonderdeel, waartegen de bezwaren zijn gericht, betreft een wijzi gingsbevoegdheid. Dit betekent dat het voorliggende bestemmingsplan geen rechtstreekse bouwtitel verschaftBouwvergunningen kunnen pas worden verleend, nadat door ons college een wijzigingsplan is vastgesteld. De inrichtingsschets op pagina 50 van de plantoelichting is puur indicatief en kan bij het opstellen van het wijzigingsplan, eventueel mede naar aanlei ding van de ingediende bezwaren, worden aangepast. Aan de vaststelling van het wijzigingsplan gaat een procedure vooraf, als bedoeld in artikel 18, lid 2, van de planvoorschriften. Daarbij worden appellanten (en overige belanghebbenden) wederom in de gelegenheid gesteld hun bezwaren kenbaar te maken. In die zin zijn de thans door appellanten geuite bezwaren deels prematuur te noemen. Niettemin zullen wij nu reeds, zo mogelijk, inhoude lijk op de ingediende bezwaren ingaan. Het bezwaar dat een aanzienlijk verlies van privacy zal optreden doordat de tuinen van de nieuw te bouwen woningen zullen grenzen aan de achterkant van de tuinen van appellanten achten wij ongegrond. Het aan elkaar grenzen van tuinen is immers, ook bij vrijstaande woonbebouwing, niet uitzonderlijk te noemen. Wel wordt onzerzijds onderkend dat, bij een verkaveling zoals aangegeven op genoemde inrichtingsschets, de afstand van de woningen van appellanten tot de perceelgrens van de nieuw te bouwen woningen tamelijk gering zal zijn. Bij eventuele uitvoering van het wijzigingsplan zullen wij appellanten daarom in de gelegenheid stellen een nader te bepalen strook grond aan te kopen teneinde daarmee hun achtertuinen te vergroten. Hetgeen door appellanten wordt aangemerkt als boomgaard is ook thans niet als zodanig bestemd en geniet op grond van de huidige bestemming "Recrea tie/Sport", geen bijzondere bescherming. In de Ontwikkelingsschets Lovensdijk worden aan deze boomgaard evenmin bijzondere natuurwetenschap pelijke waarden toegedicht. Afhankelijk van de uiteindelijke inrichting van het terrein, zal een aantal bomen moeten worden gerooid. Een groot deel van het terrein zal echter niet worden bebouwd, maar als openbare groenvoorzie ning worden ingericht. Daarbij zal een deel van de boomgaard kunnen worden gehandhaafd, mits het bomenbestand van een voldoende kwaliteit is. Dit bezwaar achten wij dan ook ongegrond. Niettemin zal de plankaart zodanig worden aangepast, dat de wijzigingsbevoegdheid een kleiner gebied zal betreffen dan thans het geval is. Alle aan de Heerbaan gelegen woningen hebben een uitweg direct op deze weg. Wij vermogen dan ook niet in te zien dat een ontsluitingsweg ten behoeve van 6 a 8 woningen een aantasting van de verkeersveiligheid tot gevolg zou kunnen hebben. Dit bezwaar achten wij derhalve ongegrond.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 698