DUUR VAN DE AANSPRAAK artikel 4 Geen tegemoetkoming in verhuiskosten ingevolge artikel 2 wordt verleend, indien de verhuizing niet heeft plaatgevonden binnen twee jaren nadat de verplichting tot verhuizen is opgelegd dan wel binnen twee jaren na de datum van de indiensttreding, het ontslag of het overlijden. DE HOOGTE VAN DE TEGEMOETKOMING IN VERHUISKOSTEN artikel 5 1. De tegemoetkoming in verhuiskosten kan slechts bestaan uit: a. naar keuze een bedrag voor de kosten van transport van de bagage en van de inboedel van de belanghebbende en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begre pen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken, danwel een bedrag van f 2000,--; b. een bedrag voor dubbele woonkosten, gelijk aan de nood zakelijke te maken kosten, met dien verstande dat de tegemoetkoming maximaal f 600,-- per maand bedraagt en over een termijn van maximaal twee maanden wordt ver leend; c. een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten. 2. Indien de belanghebbende op de dag van de verhuizing een eigen huishouding voert, wordt het bedrag bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, voor zover bij of krachtens dit artikel niet anders is bepaald, gesteld op een tegemoetko ming van 3% van de berekeningsbasis voor ieder woon- of slaapvertrek, tot een maximum van vier van deze vertrekken, die de achtergelaten woning telt, met dien verstande dat het bedrag niet hoger mag zijn dan de maximale vergoeding die belastingvrij mag worden toegekend. 3. Indien het betreft een verhuizing van een gezin, waarin de echtgenoten of levenspartners beiden belanghebbende zijn in de zin van deze verordening en afzonderlijk opdracht hebben om te verhuizen of in verband met hun beider indiensttre ding naar Breda zijn verhuisd, wordt de tegemoetkoming be rekend over de gezamenlijke berekeningsbasis. 4. Indien de belanghebbende geen eigen huishouding voert, wordt geen tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid, onder c, verleend. Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan voor deze kosten niettemin een tege moetkoming worden verleend van 3% van de berekeningsbasis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 774