1. De aanvraag voor een tegemoetkoming in verhuiskosten dient
voor de datum van de verhuizing bij het bevoegde gezag te
zijn ingediend.
2. Zo spoedig mogelijk na de verhuizing doch in ieder geval
binnen zes maanden daarna doet de belanghebbende bij het
hoofd van dienst opgave van de kosten als bedoeld in arti
kel 5, eerste lid.
artikel 11
Burgemeester en wethouders kunnen ter zake van de in dit be
sluit bedoelde tegemoetkomingen een voorschot verlenen.
artikel 12
1. Burgemeester en wethouders kunnen voor zover nodig in af
wijking van de bij of krachtens deze verordening gestelde
regelen beslissen in individuele gevallen, waarin deze re
gelen naar hun oordeel niet of niet naar redelijkheid voor
zien
2. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een door
hen aan te wijzen groep van belanghebbenden in afwijking
van de bij of krachtens deze verordening gestelde regelen
beslissen, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanlei
ding geven.
artikel 13
Dit besluit treedt in werking op
OVERGANGSBEPALING
artikel 14
Voor ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van deze
verordening minder dan twee jaar in dienst danwel verhuis-
plichtig zijn blijft de verplaatsingskostenverordening van
kracht. Indien zij dit wensen kunnen zij bij verhuizing in
aanmerking komen voor de vergoedingen op basis van de verorde
ning tegemoetkoming in de kosten in verband met verhuizing.
Ambtenaren aan wie op basis van de verplaatsingskostenregeling
geen verhuisplicht is opgelegd en die op de datum van inwer
kingtreding van deze regeling minder dan een jaar in dienst
zijn kunnen vanaf de datum van inwerkingtreding tot de datum
waarop zij een jaar in dienst zijn in aanmerking komen voor
een reiskostenvergoeding.
NONJA5/MV/14-5-199 2